1995. Graafmachines rijden over het voormalige Tempelplein. Er wordt gegraven. De ondergrondse ’stallen van Salomo’ worden omgebouwd tot moskee, zonder toezicht van een universiteit. Het puin, dat archeologische schatten bevat, is in het nabijgelegen Kidrondal gedumpt! Gelukkig zijn Israëliërs het Temple Mount Sifting Project gestart. Zo gaat Jeruzalems verleden toch niet verloren.
- De spectaculairste vondst tot nu toe is een zegel uit de eerste tempelperiode: 10de-6de eeuw v.Chr. Het bevat een inscriptie waarin een joodse tempelpriester wordt genoemd. Dat wijst op het bestaan van een Israëlitische tempeldienst in Jeruzalem in die periode. Hiermee is het bestaan van de zogenoemde eerste tempel aangetoond, die door Salomo, de koning van Israël, is gebouwd en rond 950 v.Chr. in gebruik is genomen.
- Verrassend waren ook de verschillende vondsten uit de Byzantijnse tijd (3de-7de eeuw n.Chr.), een periode waarvan tot voor kort gedacht werd dat het Tempelplein zo goed als verlaten was.
- De oudste vondsten zijn afkomstig uit het tweede millennium voor Christus. Het zijn Egyptische scarabeeën. Dat zijn amuletten in de vorm van een mestkever, die Egyptenaren maakten. Ze wijzen op intensieve contacten met Egypte, het wereldrijk dat toen aan Kanaän grensde.
- Allerlei materialen, zoals potscherven, waarvan sommige Hebreeuwse letters en teksten dragen, sieraden, terracottafiguurtjes en ornamenten met joodse, christelijke en islamitische symbolen en motieven, gewichten, olielampjes van gebakken klei en skeletresten van dieren.
- Ook zijn er verschillende pijlpunten gevonden, waaronder die van het Babylonische leger (eind 7de eeuw v.Chr.) en van het tiende Romeinse legioen, dat betrokken was bij de Joodse Oorlog en de vernietiging van de zogenoemde tweede tempel in 70 n.Chr. Dit legioen was lange tijd daarna op de Tempelberg gestationeerd.
- Veel munten uit de Perzische, Griekse (Hasmoneeën), Romeinse (Herodiaanse en Byzantijnse tijd), de kruisridder- en de islamitische periode. Ook zijn er munten gevonden uit de Joodse Oorlog uit 66 tot 73 n.Chr.
Aan de voet van de Scopusberg, buiten de stadsmuren van Jeruzalem, staat een kas. Daarbinnen is het warm, ondanks dat het februari is. Tientallen studenten en vrijwilligers zeven er puin, afkomstig van de Tempelberg. Zo af en toe gaat iemand naar buiten om uit te rusten. Even opfrissen, handen wassen, koffiedrinken en van het uitzicht genieten. Vanaf hier kun je de gouden koepel op het voormalige Tempelplein goed zien, met daarvoor de lange oostelijke muur van de Oude Stad. Het geratel van de zeefbakken en het gekwebbel van de werkers zijn op de achtergrond hoorbaar. Voordat de hete zomer begint is het altijd druk in de kas. De interesse om naar archeologische schatten van Jeruzalem te zoeken is groot. Vanaf de start van het Temple Mount Sifting Project – in januari 2005 – hielpen al duizenden mensen mee. Regelmatig rijdt een bus vol toeristen vanaf de Jerichostraat in Jeruzalem naar de plek waar gewerkt wordt. De toeristen komen niet alleen om foto’s te maken. Ze maken meteen van de gelegenheid gebruik om een steentje aan het zeefwerk bij te dragen. Ook kunnen ze er gevonden materiaal bezichtigen voordat dat voor verder onderzoek naar een Israëlische universiteit wordt gebracht. Een videopresentatie toont de vorderingen van het project.
Gedumpt puin
Dankzij het Temple Mount Sifting Project wordt er sinds meer dan een eeuw weer archeologisch onderzoek naar de Tempelberg gedaan. Het leverde intussen al een grote verscheidenheid aan archeologische schatten uit de afgelopen 4.000 jaar op.
Het puin wordt uit de dumpplaats in het Kidrondal naar het Emeq Tzurim Nationaal Park overgebracht, waar de kas staat. Een team Joodse archeologen, speciaal voor dit project samengesteld, bestudeert de vondsten. Op deze manier kunnen Joden tóch archeologisch onderzoek doen naar het verleden van het Tempelplein; iets wat hen normaal gesproken verboden is omdat ze niet op die plek mogen komen. Indirect helpen de moslims hen dus een handje.
Aanpak
Zoals goudzoekers vroeger hun zeef door het water haalden, zo gaat men bij het Temple Mount Sifting Project ook te werk. Een handvol puin verdwijnt in een bak. Daarna wordt er water toegevoegd. Door de bak zachtjes heen en weer te schudden scheiden vuil, stof en zand zich van de archeologische schatten.
Interessante vondsten gaan de tweede onderzoeksfase in. Het nog aanwezige vuil wordt met allerlei gereedschappen, waaronder tandartsapparatuur, onder een vergrootglas verwijderd. Soms zijn materialen helemaal aan elkaar vast geklonterd of – zoals bij munten vaak het geval is – bedekt met roest. De onderzoekers maken deze verroeste, maar ook gebroken of verbogen voorwerpen voorzichtig schoon. Vervolgens doen ze een eerste poging om te bepalen wat het gevonden voorwerp is. Interessante vondsten krijgen een volgnummer en worden klaargelegd voor de laatste fase van het vooronderzoek.
Er is nogal wat voorstellingsvermogen nodig om te kunnen bepalen waar een potscherf of metalen object bij hoort. Is het een afgebroken stuk van een groter geheel? Om daar antwoord op te kunnen geven, heb je kennis nodig over de plek waar het materiaal de afgelopen eeuwen lag. Dat is een probleem, want de voorwerpen zijn gevonden tussen weggegooid puin. Toch kun je daar wel achter komen. De onderzoekers vergelijken de stukken namelijk met materiaal waarvan de afkomst wél bekend is. Zo kunnen ze toch goede veronderstellingen doen.
Na deze voorstudie in het veld worden de objecten voor verder onderzoek naar de Israëlische Bar-Ilan Universiteit gebracht. En uiteindelijk worden ze eigendom van de Israëlische Dienst voor Oudheden.
Noodoplossing
Na tien jaar is meer dan de helft van het materiaal bestudeerd. Het zal nog wel een paar jaar duren voordat al het puin is onderzocht. Het kan ook gebeuren dat er nog meer puin wordt vrijgegeven. Vorig jaar april zagen verontruste Israëliërs namelijk dat er opnieuw verbouwingswerkzaamheden rond het voormalige Tempelplein startten. Ook blijken de prachtige vloeren in de Rotskoepel zonder overleg te zijn ‘gerepareerd’. Wat gebeurt daar allemaal precies? Verschillende autoriteiten zijn er al op bevraagd, maar het levert tot nu toe geen duidelijke informatie op. De Israëliërs proberen te ontdekken waar het puin van deze recente verbouwingen is gestort. Misschien kan ook dat worden veiliggesteld en onderzocht? ‘t Zou mooi zijn, maar het blijft natuurlijk een noodoplossing. Veel beter is als de autoriteiten bepalen dat er geen verbouwingswerkzaamheden meer op het Tempelplein mogen plaatsvinden zonder eerst archeologen te raadplegen.
Onder het voormalige Tempelplein, in de zuidoostelijke hoek, liggen de ‘stallen van Salomo’. Ze horen bij een omvangrijke ruimte; een ondergronds trappencomplex dat toegang gaf tot het tempelterrein. Gezien de naam zou je verwachten dat Salomo ze gebouwd heeft, maar dat is niet zo. Ze zijn eeuwen later aangelegd door koning Herodes de Grote. De benaming ‘stallen’ komt door het gebruik van die ruimte als paardenstallen door de kruisridders (de Tempeliers) die zich daar enige tijd ophielden. Eind jaren negentig verbouwden moslims deze ‘stallen’ tot een ondergrondse moskee. Ook recent zijn er weer verbouwingen gedaan. Tijdens de werkzaamheden zijn archeologische schatten – al dan niet bewust – beschadigd of verwoest. Ook gebeurde dat tijdens het dumpen van het puin, op twee plekken aan de rand van de oude stad. Tot overmaat van ramp is de zuidelijke muur, de hoogste van het Tempelplein, op sommige plekken onstabiel geworden.
Stofwolken
De Jerusalem Islamic Waqf is een autoriteit die sinds 1187 n.Chr. eigendommen in Jeruzalem beheert en verantwoordelijk is voor het Tempelplein. Hoewel de waqf over de verbouwingen contact had opgenomen met de Israëlische autoriteiten, wist het brede publiek dat niet. Inwoners van Jeruzalem en toeristen waren erg verrast door de herrie van hakkende machines en af en aan rijdende vrachtwagens. Het was tot in de wijde omtrek te horen. Grote stofwolken stegen op van het Tempelplein. Het puin van zo’n 400 vrachtwagens is helaas verloren geraakt. Gelukkig kon het overgrote deel van de lading van zo’n 350 vrachtwagen nog wel worden getraceerd en veiliggesteld.
Gesteggel over puin
Bezorgde Joodse groeperingen namen contact op met de verantwoordelijke Israëlische instellingen en overheden, zoals de Dienst voor Oudheden. Helaas gingen vijf jaren verloren aan gesteggel over de manier waarop het puin moest worden geborgen en onderzocht. Het bleek politiek gezien allemaal erg gevoelig te zijn.
In november 2004 kreeg de Israëlische Bar-Ilan Universiteit toestemming om een reddingsproject te starten. Ze werden daarbij gesteund door een aantal Joodse organisaties, waaronder de Ir-David Foundation en The Israel Exploration Society.
Dit artikel is met toestemming overgenomen uit Weet Magazine. De volledige bronvermelding luidt: Putten, M.M. van, 2016, Tempelberg in gevaar. Illegale afgravingen leveren toch nog spectaculaire inzichten op, Weet 38: 18-21 (PDF).