Inhoudsopgave
Er zijn christenen die het idee van theïstische evolutie voorstaan en er zijn christenen die dit idee afwijzen omdat ze denken dat dit idee niet strookt met wezenlijke facetten van orthodox christelijk geloof en omdat ze denken dat de wetenschappelijke gegevens grosso modo niet in de richting van evolutietheorie wijzen. Zo’n beetje zoekend in dit onderwerp kwam ik een heel aardig artikel tegen van Robert Larmer, hoogleraar filosofie aan de Universiteit van New Brunswick in Canada. Dit artikel, verschenen in Philosophia Christi in 2018 is getiteld: Theistic Evolution, Intelligent Design, and the Charge of Deism.
Larmer neemt waar dat theïstische evolutionisten en aanhangers van intelligent design elkaar wederzijds betichten van deïsme. Larmer toont aan dat deze aantijging ten aanzien van ID-proponenten niet terecht is maar ten aanzien van theïstisch evolutionisten wel.
Occasionalisme
Larmer begint zijn argumentatie door drie verschillende standpunten weer te geven over hoe God inwerkt in onze werkelijkheid. Het eerst standpunt dat hij weergeeft is die van het occasionalisme. De kern hiervan is de gedachte dat God de hele en enige oorzaak is van alles wat gebeurt. Er zijn geen tweede oorzaken, volgend op God als eerste oorzaak. Geschapen dingen zijn passief en kunnen zelf niet iets anders veroorzaken. Gebeurtenissen die lijken op een oorzaak- gevolg relatie zijn niet werkelijk zo, maar zijn gevolgen van directe Goddelijke activiteit. Er zijn wel zekere regelmatigheden in deze werkelijkheid maar die wijzen niet op eigenschappen van de geschapen dingen, maar zijn expressies van het handelen van God.
Deïsme
Ook het deïsme houdt vast dat God de Schepper en Onderhouder van deze aarde en het heelal is, zodat ons bestaan op elk moment afhankelijk is van de wil van God. Maar in tegenstelling tot het vorige standpunt, is het deïsme sterk toegewijd aan het reële bestaan en de werkzaamheid van tweede oorzaken. De dingen in de geschapen werkelijkheid hebben werkelijk bepaalde vermogens en werken ook op elkaar in. Er zijn dus daadwerkelijk causale verbanden binnen de schepping. God is de Schepper en Onderhouder maar Hij grijpt nooit direct in deze schepping in. Als God handelt, dan is dat nooit direct maar altijd indirect middels de tweede oorzaken. Er is geen bovennatuurlijk ingrijpen in de natuur middels een wonder. De manier waarop God werkt is alleen door schepping en onderhouding van de tweede oorzaken.
Supernaturalisme
Het supernaturalisme houdt het midden in tussen het occasionalisme en het deïsme. Net als binnen de andere modellen wordt er aan vastgehouden dat God de Schepper en Onderhouder van het universum is, maar in tegenstelling tot het occasionalisme stelt het dat er wel degelijk een natuurlijke werkelijkheid is die ook wat doet. De natuur wordt niet opgeheven. In tegenstelling tot het deïsme weigert het supernaturalisme deze fysieke werkelijkheid te isoleren van elke mogelijkheid van directe Goddelijke interventie. In het supernaturalisme hebben dingen wel degelijk hun eigen eigenschappen en zijn er causale verbanden binnen deze werkelijkheid. En, hoewel uiteindelijk alles afhangt van de wil van God, zijn heel veel gebeurtenissen in deze wereld te verklaren door oorzaak-gevolg relaties binnen deze werkelijkheid. Er zijn dus tweede oorzaken, volgend op God als de uiteindelijke ultieme oorzaak. Daarnaast kan God onmiddellijk op deze werkelijkheid inwerken en dingen tot stand brengen waarvoor geen natuurlijke oorzaak aanwezig was. Er kunnen dus gebeurtenissen zijn die niet volledig uit activiteit van tweede oorzaken te verklaren zijn.
De bovenstaande drie modellen geven weer hoe God in deze werkelijkheid zou kunnen werken om Zijn doel met deze wereld te bereiken.
Intelligent design en deïsme
Er zijn enkele aanhangers van intelligent design die de mogelijkheid open houden dat het ontwerp in de wereld veroorzaakt is doordat God in het begin van de schepping de situatie zodanig precies afstelde dat daardoor vervolgens het hele proces van ontwikkeling van leven op aarde als een programma ontrolde. Dat noemt men front-loading. Aanhangers van Intelligent Design die dit denkbeeld aanhangen kan men beschouwen als deïsten (bv. Behe). De meeste ID-ers echter verwerpen dit standpunt van front-loading op wetenschappelijke en filosofische gronden. Het concept van intelligent design is dan ook erg toegankelijk voor de gedachte dat God ergens in het ontstaan van leven kan hebben geïntervenieerd. Om die reden is ID niet deïstisch. Overigens worde ID-ers door medewerkers van de theïstisch evolutionistische denktank Biologos verweten zowel deïsten als occasionalisten te zijn. In werkelijkheid is het overgrote deel van ID-ers supernaturalist.
Theistische evolutie en deïsme
Het is geen enkele vraag dat versies van theïstische evolutie compleet deïstisch zijn. Een aantal proponenten, veelal verzameld rondom BioLogos, de theïstisch evolutionistische denktank waar ook de Nederlandse TE-ers hun inspiratie vandaan halen, is kraakhelder in het standpunt dat God niet direct intervenieert in deze wereld. Behoudende TE-ers willen nog wel toestaan dat God in de heilshistorie heeft ingegrepen en wonderen heeft verricht maar niet dat dit gebeurde in het ontstaan en de ontwikkeling van het leven. Lamoureux bijvoorbeeld, ziet God als Iemand die bij de Oerknal de werkelijkheid perfect in gang zette en vervolgens de natuurwetten hun gang liet gaan. Hij vergelijkt God met een uitmuntende biljardspeler die met één stoot van zijn keu het hele spel uitspeelt:
Imagine that God’s creative action in the origin of the world to be like the stroke of a cue stick in a game of billiards. … According to this Christian view of evolution, the breaking stroke is so finely tuned and incredibly precise that not only are all the balls sunk, but they drop in order. It begins with those labelled heavens, then earth, followed by living organisms, and finally the 8-ball- the most important ball in billiards- representing humans … this is how I see design in evolution.
Wat onderscheidt theïstische evolutie eigenlijk van intelligent design?
Nu is het zo dat er incidenteel ID-ers zijn die een vorm van front-loading aanhangen en deist zijn. Ook zijn er incidenteel TE-ers die een vorm van interventie accepteren en supernaturalisten zijn. Er zijn echter drie basale verschillen tussen TE en ID.
Ten eerste zijn TE-ers typisch mensen die, als er al sprake is van ontwerp in de natuur, deze zien als volledig front-loaded, en dus niet als resultaat van Goddelijke interventie tijdens het proces. ID-ers zijn typisch mensen die ontwerp in de natuur zien als een gevolg van Goddelijk ingrijpen in de natuur.
Ten tweede zijn TE-ers en ID-ers het oneens over de vraag of er ontwerp in de opbouw van levende wezens waarneembaar is. TE-ers zeggen nee, ID-ers zeggen ja. TE-ers zien de structuren van levende wezens als volledig verklaarbaar door de natuurlijke processen waardoor ze tot stand zouden zijn gekomen. ID-ers zien in de overweldigende complexiteit van zelfs de eenvoudigste levensvorm de hand van God omdat deze door geen enkele dode natuurkracht tot stand kon worden gebracht.
Ten derde is er verschil in de mate waarin methodologisch naturalisme (MN) een rol speelt in de visie op het ontstaan en de ontwikkeling van het leven. MN is het standpunt dat gebeurtenissen in deze wereld alleen maar beschreven mogen worden in termen van natuurlijke oorzaak-gevolg relaties. MN is voor het bestuderen van alledaagse fenomenen een door praktisch iedereen aanvaarde handelswijze. Als men een experiment uitvoert, rekent men er gewoonlijk niet mee, dat God in zou kunnen grijpen in het experiment. Als men deze handelswijze echter toepast op het ontstaan en de ontwikkeling van leven op aarde, dan past men die toe op iets waarvan zeker is dat er veel grootschalige unieke gebeurtenissen hebben plaatsgevonden. Voor dit onderwerp is MN niet geschikt. TE-ers beschouwen het gebruik van het methodologisch naturalisme echter als een conditio sine qua non in het bestuderen van de historie van het leven. Als er dus zaken niet op natuurlijke wijze te reconstrueren zijn, stelt een TE-er per definitie, dat dit nog een gat in de kennis is, die in principe in de toekomst gedicht kan worden met referentie aan natuurlijke oorzaken. ID-ers stellen echter dat als er in de beschrijving van de historie van het leven op aarde leemtes in kennis zijn men niet vooraf mag uitsluiten dat er daadwerkelijk interventie door God heeft plaatsgevonden. Er kunnen leemtes zijn die nooit met referentie aan natuurlijke oorzaken kunnen worden opgevuld. Volgens een ID-er heeft de methodologisch naturalist het gevaar net zo lang de gegevens uit te knijpen tot er een naturalistische uitleg gevonden is.
Theïstisch evolutionisten en de ontkenning van deïsme
De drie hierboven genoemde kenmerken van TE zoals de opinie dat: biologisch ontwerp (indien aanwezig) front-loaded is, ontwerp niet direct detecteerbaar is in levende wezens en dat methodologisch naturalisme absoluut noodzakelijk is bij de bestudering van de aardhistorie leiden tot de conclusie dat TE deïstisch is.
Deze conclusie wordt door orthodoxe christenen die TE-er zijn weersproken. Op de website van BioLogos wordt in een statement of belief duidelijk gesteld dat de medewerkers geen deïsten zijn. Nu is het inderdaad zo dat TE-ers ten opzichte van de heilshistorie supernaturalisten kunnen zijn; dat ze bepaalde wonderen, zoals de opstanding van Christus als bovennatuurlijk verschijnsel accepteren. Al zijn er bij BioLogos maar ook in Nederland TE-ers (bijv. Reinier Sonneveld) die dat betwijfelen. Ze denken dat bijvoorbeeld de opstanding van Jezus uit de dood een nog onbegrepen natuurlijke oorzaak had.
TE-ers verdedigen zich tegenover de beschuldiging van deïsme op twee manieren. In de eerste plaats doordat ze stellen dat volgens deïsten het universum zichzelf in stand houdt maar dat zij geloven dat God het universum in stand houdt. Dit is geen goed argument want ook deïsten geloven dat God dit universum in stand houdt. Daarnaast zijn ook de meest orthodoxe proponenten van TE bij BioLogos in hun uitingen over deze fysieke wereld puur deïstisch. God onderhoudt de basale natuurwetten en de natuur regelt vervolgens alles zelf.
Verwant aan het eerste argument proberen TE-ers zich van deïsten te onderscheiden doordat ze stellen dat God wel degelijk betrokken is bij deze wereld, wat, zeggen ze, deïsten niet geloven. Dit is echter ook niet terecht. Ook deïsten kunnen wel degelijk belijden dat God bij deze wereld betrokken is. Een deïst belijdt dat Hij Schepper en Onderhouder is van de wereld. Wat een deïst echter ontkent, is dat God ook daadwerkelijk direct ingrijpt in de historie van de aarde.
Larmer eindigt zijn artikel met een vraag aan orthodoxe TE-ers waarom ze wel geloven dat God intervenieerde in de heilsgeschiedenis maar dat ze tegelijkertijd op voorhand de optie van de hand wijzen dat God ook in de aardgeschiedenis kan hebben geïntervenieerd. Zou Jezus, die intervenieerde in de natuur door de vermenigvuldiging van de broden en de vissen niet ook hebben kunnen interveniëren bij het ontstaan van vissen?