Theïstische evolutie knaagt aan Schriftgezag

by | mrt 16, 2016 | Opinie, Theologie

Prof. Cees Dekker noemt zich tegenwoordig een theïstische evolutionist (zie ook het Reformatorisch Dagblad van 31 oktober en 1 november 2008). Volgens F. Gunnink kent hij daarmee te veel gezag toe aan feilbare wetenschappers ten koste van het gezag van het onfeilbare Woord van God.

Prof. Dekker is er volgens het RD van zaterdag 1 november 2008 van overtuigd dat “de God van het Woord dezelfde is als de God van de wereld.” In het geval van een conflict tussen het scheppingverhaal en de wetenschap gelooft hij dat “we óf onze wetenschap foutief interpreteren, of de Bijbel foutief interpreteren.”

bijbel_close_up

“Het is interessant om te zien dat bij mensen die proberen om evolutie en het christelijke geloof in de God van de Bijbel te combineren, het altijd de Bijbel lijkt te zijn die moet worden aangepast.”

Het is interessant om te zien dat bij mensen die proberen om evolutie en het christelijke geloof in de God van de Bijbel te combineren, het altijd de Bijbel lijkt te zijn die moet worden aangepast. Als ik afga op het artikel, lijkt Dekker dat ook te doen door wezenlijke vragen open te laten die de kern van het christendom raken, zoals de eerste zonde die de komst van Jezus Christus noodzakelijk maakte.

En neem bijvoorbeeld het feit dat in het paradijs de Heere alles “zeer goed” noemde, terwijl er volgens Dekkers interpretatie al vele miljoenen jaren van lijden, dood en uitsterven zouden zijn geweest. Zoiets tast het wezen van God de Vader als Degene Die Waarheid is in al Zijn doen en laten, in de kern aan.

De echte oplossing voor het schijnbare conflict tussen het Woord van God en de ‘wetenschap’ is het onderkennen dat de wetenschap van vandaag opereert binnen een absoluut naturalistisch paradigma, waarbij per definitie geen plaats is voor God. Binnen het naturalisme geldt namelijk dat materie het enige is wat bestaat en dat alles verklaard dient te worden door tijd, kans en de natuurwetten die inwerken op de materie.

Bijbelse bril

Dit denkkader heeft invloed op de uitkomsten van wetenschappelijk onderzoek. Iemand die een Bijbels-creationistisch uitgangspunt hanteert, kan met exact hetzelfde feitenmateriaal tot heel andere conclusies komen, waarbij geen concessie gedaan hoeven worden aan wetenschappelijke integriteit.

Een voorbeeld. Toen de Nederlandse antropoloog Eugene Dubois in 1886 vertrok naar Java, had hij een duidelijk doel: de ontbrekende tussenvorm tussen aap en mens zoeken. Dat paste binnen zijn evolutionaire wereldbeeld en op die basis bedreef hij zijn wetenschap en interpreteerde hij zijn vondsten.

Een christenwetenschapper die zou zijn uitgegaan van het voluit Bijbelse standpunt van schepping van de basissoorten in het recente verleden, zoals beschreven in Genesis, zou dezelfde schedels als Dubois hebben kunnen vinden. Maar dat zouden in zijn onderzoek dan schedels van ofwel apen ofwel mensen zijn geweest, maar geen tussenvormen.

Iemand die met een Bijbelse bril wetenschap bedrijft, kan met dezelfde waarnemingen en wetenschappelijke feiten tot heel andere conclusies komen, die niet in tegenspraak zijn met de orthodoxe Bijbelvisie.

Abraham Kuyper

abraham_kuper.wikipedia

“Overigens haalt prof. Dekker Abraham Kuyper aan als een voorloper van de huidige theïstische evolutionisten. Wie de betreffende lezing van Kuyper uit 1899 tot zich neemt, zal zien dat hier gemanipuleerd wordt met een enkel citaat. Kuyper toonde zich juist een sterk tegenstander, niet alleen van het evolutionisme als “nieuw geloof”, maar ook van de evolutietheorie als biologisch mechanisme.”

Overigens haalt prof. Dekker Abraham Kuyper aan als een voorloper van de huidige theïstische evolutionisten. Wie de betreffende lezing van Kuyper uit 1899 tot zich neemt, zal zien dat hier gemanipuleerd wordt met een enkel citaat. Kuyper toonde zich juist een sterk tegenstander, niet alleen van het evolutionisme als “nieuw geloof”, maar ook van de evolutietheorie als biologisch mechanisme.

In het RD van 6 april 2006 besprak drs. J. A. van Delden de lezing al uitvoerig. In zijn betoog uit Kuyper tal van bezwaren tegen de feitelijke evolutietheorie. Zo noemt hij het ontbreken van doelgerichtheid, de niet-levensvatbaarheid van tussenvormen, het gemis van fossiele tussenvormen, het gebrek aan een experimentele basis buiten de variatie en het ontbreken van enig spoor van bewijs voor het spontaan ontstaan van leven.

Wel benoemt Kuyper een denkbeeldige mogelijkheid van een door God geleide evolutie – en dat citaat is uit zijn verband getrokken. Hij voegt daar meteen aan toe dat “dit nooit de Evolutie van het Darwinisme zou zijn geweest.” God heeft ervoor gekozen “de soorten zelf te scheppen”, aldus Kuyper.

De centrale vraag in deze discussie is: Wie heeft het gezag in mijn leven en over mijn blik op de dingen om mij heen? Is dat het Woord van de almachtige God, Die alles geschapen heeft door Zijn Woord en dat Woord ook aan ons heeft overgegeven als volledig betrouwbaar? Of ken ik het grootste gezag toe aan wetenschappers die, hoe intelligent ook, feilbare mensen zijn, beperkt in hun waarneming, grotendeels vooringenomen en aangetast door de zonde?

Dit artikel is met toestemming van de auteur overgenomen uit het Reformatorisch Dagblad. De volledige bronvermelding luidt: Gunnink, F., 2008, Theïstische evolutie knaagt aan Schriftgezag, Reformatorisch Dagblad 38 (184): 11.