Dr. Edgar H. Andrews (1932), gerenommeerd wetenschapper en emeritus hoogleraar, neemt in zijn boek Wat is de mens? Adam, Alien of aap?, uitgegeven door Uitgeverij Maatkamp, de lezer aan de hand in een goed onderbouwde zoektocht naar het antwoord op deze vraag. Vanuit diverse vakgebieden wordt een deskundige blik geworpen op de diverse mogelijke antwoorden in de ondertitel. Het boek leest prettig en biedt een aantal originele invalshoeken. De vlotte schrijfstijl wordt gecombineerd met sprekende voorbeelden, zodat Andrews erin slaagt zeer complexe materie voor een breed publiek begrijpelijk te maken.

Wat is de mens?
Uitgever Maatkamp heeft met zijn lezerspubliek meegedacht en dit vervolg op Wie heeft God gemaakt? in een uitstekend leesbaar jasje gestoken: het boek ligt ondanks de 384 pagina’s erg prettig in de hand dankzij de dunne bladzijden, en waar van toepassing heeft de vertaler nuttige voetnoten toegevoegd. Samen met het stijlvol gekozen lettertype zorgt de degelijke uitgave dan ook voor maximaal leesplezier.
Bij de tijd
Wat meteen opvalt bij het lezen van Wat is de mens? is dat Andrews veel actualiteit in zijn boek verwerkt. Hij refereert aan de nieuwste onderzoeken en de laatste inzichten. Het wordt tijdens het lezen duidelijk dat we te maken hebben met een zeer up-to-date boek. Zo verwijst Andrews naar recente uitgaven als The Paradigm Shifters en Evolution 2.0 – Breaking the Deadlock Between Darwin and Design, beide uit 2015, en noemt hij de suggestie uit 2017 van een ‘omnigenisch model’ waarin fenotypische eigenschappen niet bepaald worden door een handvol genen, maar door de gecoördineerde actie van honderden verschillende genen die met elkaar samenwerken (pag. 176).1 Ook geeft de auteur er blijk van goed op de hoogte te zijn van hedendaags creationistisch onderzoek, zoals het werk van Jeffrey Tomkins en Andrew Snelling, en dat van ID’ers als Douglas Axe. En voor de liefhebbers: ook sciencefictionfilm The Matrix (niet meer zo nieuw overigens) wordt aangehaald.
SETI, fijnafstemming en de oerknal
De auteur besteedt maar liefst vier hoofdstukken aan kosmologie (het onderzoek van het heelal als geheel2) en kosmogonie (verklarende modellen voor de vorming en ontwikkeling van het universum3). Omdat Andrews hier kennelijk veel belang aan hecht, gaan we hier wat dieper op in.
Om te beginnen: wat heeft het heelal te maken met het antwoord op de vraag Wat is de mens? Een tipje van de sluier wordt in de ondertitel al opgelicht, want een van de mogelijke antwoorden luidt: alien. Een van de oudste ideeën over het ontstaan van het leven op aarde is ‘panspermie’ – het leven werd uitgezaaid vanuit de ruimte en is wellicht wijdverbreid in het universum. Een idee dat al in de vijfde eeuw voor Christus werd geopperd door de Griekse filosoof Anaxagoras4 en dat in 2008 door Richard Dawkins in een interview met Ben Stein5 nog tot de mogelijkheden werd gerekend. Andrews bespreekt onder meer het SETI-onderzoek (Search for Extra-Terrestrial Intelligence): een speurtocht naar buitenaardse intelligentie die in de jaren ’60 van de vorige eeuw begon. In 2011 stopte de Amerikaanse overheid met de financiering van dit peperdure project, maar in 2015 werd het project ‘Breakthrough Listen’ gelanceerd (waarvoor 100 miljoen dollar is vrijgemaakt) en in 2016 werd FAST, de grootste radiotelescoop ter wereld, in gebruik genomen (kosten: zo’n 160 miljoen euro). Wat deze gigantische kostenpost al die decennia heeft opgeleverd? Helemaal niets.6
Een ander uitvoerig besproken aspect is de fijnafstemming van het universum. De natuurkundige wetten en constanten van ons universum lijken bewust ‘fijn afgestemd’ om leven te kunnen ondersteunen (pag. 85). Met sprekende voorbeelden (zoals de plakkracht van vershoudfolie om de ‘sterke kernkracht’ uit te leggen) zet Andrews hier een selectie van zes factoren uiteen – een bewuste beperking, want het zijn er veel meer. Gelukkig laat de auteur het niet na ook in te gaan op enkele veel gehoorde ‘wegverklaringen’ van deze fijnafstemming. Velen proberen deze fijnafstemming ongeveer als volgt ‘weg’ te verklaren: ‘Als het anders was, waren wij er niet om erover te praten.’ Geheel correct, maar daarmee behoeft de fijnafstemming nog steeds een verklaring.7 Het gaat immers om een zeer onwaarschijnlijke combinatie van factoren waar we mee te maken hebben.
Een veel gehoorde verklaring is het zogenaamde ‘multiversum’. Ook deze noot weet Andrews gemakkelijk te kraken, en daarin staat hij niet alleen. Uit seculiere hoek is er ook de nodige kritiek op deze feitelijk onwetenschappelijke hypothese.8 Waarom is dit van belang? Omdat het aantoont dat prof. Andrews’ kritiek niet voortvloeit uit enkel religieuze overwegingen, maar omdat de wetenschap zelf niets met deze verklaring kan.
Niet alle ‘wegverklaringen’ komen overigens aan bod. Zo wordt wel geopperd dat de fijnafstemming van het heelal geen verklaring behoeft, omdat het niet het heelal is dat is afgestemd op het leven, maar het leven dat is afgestemd op het heelal.9 Wiskundigen, astronomen en biologen lijken soms wat gemakkelijk over de kwestie ‘het ontstaan van het leven’ heen te stappen (in de huidige evolutiebiologie mag het ontstaan van het leven niet eens meedoen), maar wie een scheikundige als dr. James Tour10 van Rice University vraagt naar de onmogelijkheden van een naturalistisch ontstaan van leven, bedenkt zich daarna wel twee keer alvorens met een dergelijk argument de fijnafstemming teniet te doen. Bovendien gaat dit hele argument al a priori uit van een natuurlijk ontstaan van leven gevolgd door evolutie, wat nu juist niet binnen het idee past van een Schepper Die ‘hemel en aarde gemaakt heeft, en al wat daarin is’ – al is daarover tegenwoordig ook weer een heleboel discussie.11
Een ander wel gehoord ‘wegwuifargument’ is dat van de ‘kaartenpak-vergelijking’. Er wordt gesteld dat wanneer we een pak kaarten schudden en de kaarten vervolgens precies ‘op volgorde’ liggen (van aas naar 2, per kleur gesorteerd), hiervoor een verklaring nodig is, omdat de kans hierop zo enorm klein is. Men vergelijkt dit dan met de enorm onwaarschijnlijke fijnafstemming van het heelal. En argument hiertegen is dat deze volgorde op zich in feite niets bijzonders is. Wij zouden simpelweg de vooronderstelling van een canonieke volgorde hebben en daarom hechten wij bijzondere waarde aan de uitkomst, terwijl die deze bijzondere waarde op zichzelf niet heeft.12 Het klinkt vernuftig, maar wanneer het om het universum gaat, is de ene volgorde de andere niet, zoals prof. Andrews in zijn boek duidelijk laat zien. De eenvoudigste verklaring is dat God het universum bewust zo geschapen heeft. Aangezien er voor de fijnafstemming nog steeds geen duidelijke wetenschappelijke reden is, is de eenvoudigste verklaring wellicht ook nog steeds de beste.
Wie niet goed leest, kan wel even schrikken. In Wat is de mens? legt Andrews namelijk uit waarom de oerknal geen argument vormt tegen het bestaan van God. Pleit hij dan voor de oerknal? Nee, dat niet. Andrews schrijft op pagina 94: ‘Het is bijvoorbeeld heel logisch om te beweren dat de oerknal nooit heeft plaatsgevonden – dat het universum simpelweg fijn afgestemd is omdat God het de novo (heel direct, vanaf het begin, als nieuw) zo gemaakt heeft, zodat er gewoon niets is om over te discussiëren. (…) Velen die net als ik in een goddelijke schepping geloven, hechten veel waarde aan de discussie waar we aan begonnen zijn. Waarom? Omdat het werken met de bewijzen die de seculiere wetenschap ons biedt, ons in staat stelt om argumenten voor de schepping te vormen die zelfs niet door sceptici zomaar aan de kant geschoven kunnen worden.’ Zoals de Engelsen zeggen: beat them at their own game.
Evolutie
Wat heeft een natuurkundige te vertellen over de evolutietheorie? Een terechte vraag, maar wie zich zorgen maakt over Andrews’ kennis van de evolutietheorie kan gerust ademhalen. Zoals in het onderwijs wel gezegd wordt: je kunt het pas goed aan een ander uitleggen als je het zelf begrijpt. De lezer van Wat is de mens? krijgt heldere uitleg voorgeschoteld, vergezeld van een gezonde dosis goed gefundeerde kritiek. De auteur maakt ook gebruik van hostile witnesses: evolutiebiologen die zelf aangeven welke problemen er met hun theorie zijn. Wie zich hiervan af wil maken met de beschuldiging van quote mining (het uit context of gedeeltelijk citeren van iemand om een bepaald effect te bereiken) kan de bronnen waarnaar keurig verwezen wordt er gerust zelf op naslaan.
Sprekend is vooral de casus die Andrews schetst wanneer de lezer zelf op een fossiel van een ‘op een mens gelijkend wezen’ zou stuiten vanwege een ‘onbedwingbaar verlangen’ naar het vinden van de zogenaamde missing link (ja, zelfs Ernst Mayr gebruikte de term – dit voor wie meent te moeten struikelen over deze ‘onwetenschappelijke beschrijving’). Op humoristische wijze komen alle te verwachten valkuilen aan bod, waarbij ook radiometrische en koolstofdateringsmethoden niet onbesproken blijven.
De mens en de Bijbel
Dit is de titel van het derde een laatste deel van Wat is de mens? Hierin bespreekt prof. Andrews hoe we de mens vanuit bijbels oogpunt moeten duiden. Een onderwerp dat nog steeds actueel is, gezien de recente boeken die eraan gewijd zijn.13141516 Heeft Andrews nog wel iets nieuws te bieden dan? Wel, om te beginnen weer een sprekende vergelijking, waarmee hij de verschillende mogelijkheden duidelijk uiteenzet. Verder gaat hij in op enkele veelgehoorde argumenten tegen de mens als schepsel naar Gods beeld, zoals de vermeende ‘cirkelredenering’ bij het gebruik van de Bijbel om de Bijbel te verantwoorden en ‘leentjebuur spelen’ bij scheppingsverhalen uit het Nabije Oosten, en bespreekt hij de nodige argumenten tegen de opstanding van Jezus Christus. Naast natuurkundige kennis blijkt prof. Andrews ook over een grondige bijbelkennis te beschikken en de verhelderende theologische inzichten die het boek in het derde deel biedt, maken dat er een mooie balans is ontstaan tussen natuurkunde, evolutie en de Bijbel.
Wie inmiddels nieuwsgierig is geworden naar het antwoord op de vraag Wat is de mens? kan ik dit boek van harte aanbevelen. Het is typisch zo’n boek waarvan je na het lezen zou willen dat iedereen het zou lezen. Een verrijking van het spectrum, zeker ook op Nederlands taalgebied.
Dit boek wordt ook in onze webshop te koop aangeboden.
Voetnoten
- www.theatlantic.com/science/archive/2017/06/its-like-all-connected-man/530532.
- Schilling, G., Handboek sterrenkunde (Amsterdam: Fontaine Uitgevers, (2016).
- https://nl.wikipedia.org/wiki/Kosmogonie.
- Redfern, M., 50 Inzichten. Aarde. Onmisbare basiskennis (Diemen: Veen Media, 2012).
- Sullivan, J. (producent), Craft, L. (producent), Ruloff, W. (producent), & Frankowski, N. (regisseur), Expelled: No Intelligence Allowed (Salt Lake City, Utah: Rocky Mountain Pictures,
2008). - Schilling, G., Handboek sterrenkunde (Amsterdam: Fontaine Uitgevers, (2016).
- http://www.leaderu.com/offices/billcraig/docs/barrow.html.
- www.npr.org/sections/13.7/2018/01/22/579666359/scientific-theory-and-the-multiverse-madness.
- https://arxiv.org/pdf/1505.05359v2.pdf.
- https://www.jmtour.com/.
- https://logos.nl/en-aarde-bracht-voort-christelijk-geloof-en-evolutie/.
- https://arxiv.org/pdf/1505.05359v2.pdf.
- Van den Brink, G., En de aarde bracht voort (Utrecht: Uitgeverij Boekencentrum, 2017).
- Visser, R., Gelukkig geen mythe (Tesselaren, 2017).
- Paul, M. J., Oorspronkelijk (Apeldoorn: Labarum Academic, 2017).
- Moreland, J. P. (redacteur), Meyer, Stephen C. (redacteur), Shaw, C. (redacteur) Gauger, A. K. (redacteur), & Grudem, W. (redacteur), Theistic Evolution. A Scientific, Philosophical, and Theological Critique (Wheaton, Illinois: Crossway, 2017).