Vitamine C: Ongezond voor Creationisten? – Het GULO-gen: Litteken van Evolutie?

by | jul 26, 2018 | Genetica, Onderwijs

Vitamine C en het GULO-gen: litteken van evolutie?

Pseudogenen, en met name het GULO-gen1 dat nodig is om vitamine C te kunnen aanmaken, dragen evolutionisten vaak2 aan als ultiem bewijs voor gemeenschappelijke afstamming.3 Zo vaak, dat je je afvraagt waarom ze juist dit ene argument steeds kiezen uit “het overweldigende bewijs” voor evolutie.

De redenatie gaat ongeveer zo: de meeste zoogdieren kunnen zelf vitamine C aanmaken. Daarvoor zijn vier genen nodig. Mensen en apen zoals de chimpansee missen één van deze vier genen: het GULO-gen. In mensen en apen is gezocht naar restanten van het gen en met resultaat: zowel mensen als apen hebben gedeelten van dit gen in hun DNA. Blijkbaar is het gen door mutatie kapotgegaan.

De mens en de chimpansee4 hebben stukjes DNA die een sterke overeenkomst vertonen met genen van andere zoogdieren die coderen voor vitamine C. De mens en apen kunnen echter geen vitamine C aanmaken. Kennelijk is bij hen het gen defect geraakt. En wat blijkt? Bij de mens, de gorilla, de chimpansee en andere grote apen “is het defect in grote lijnen identiek”.5

Pseudogenen: schepping knockout?

Zo gesteld, lijkt het GULO-gen inderdaad een ijzersterk bewijs voor gemeenschappelijke afstamming. Maar is dit het hele verhaal? Zijn deze feiten te verklaren binnen een scheppingsmodel? En zo ja, welk model verklaart de bevindingen dan het best: gemeenschappelijke afstamming of schepping?6 Of moeten we de evolutionisten gelijk geven en gewoon toegeven dat deze feiten niet passen bij schepping, maar veel meer duiden op gemeenschappelijke afstamming?

Maar wellicht wordt de soep niet zo heet gegeten als hij is opgediend. Laten we eerst eens naar de feiten kijken. Wat is er precies gevonden?

De vergeleken 164 nucleotiden

Vitamine C en het GULO-gen: litteken van evolutie? - Schematische weergave van de genoemde sequentievergelijking

Schematische weergave van de genoemde sequentievergelijking

Het stukje DNA waar evolutionisten het over hebben, is 164 nucleotiden7 lang. Deze sequentie in het menselijk DNA kan eenvoudig worden vergeleken met die van apen. Bart Klink heeft dit al eens gedaan en hij komt tot de volgende conclusie:

Daaruit blijkt (tel en reken het gerust na) dat de sequentie van de mens voor 97.6% identiek is aan die van de chimpansee. Onze sequentie is verder voor 93.9% identiek aan die van de orang-oetan en voor 90.9% identiek aan die van de makaak. Dit is precies het patroon dat je zou verwachten op grond van gemeenschappelijke afstamming: hoe verder geleden de gemeenschappelijke voorouder leefde, hoe minder identiek het DNA is (want er is meer tijd voor het ontstaan van verschillen).8

Ook als je de gegevens van andere apen erbij haalt, blijft dit beeld bestaan, zoals in de figuur hiernaast is weergegeven.9

Maar vooral één van de overeenkomsten valt speciaal op: de mens en deze apen missen allemaal op precies dezelfde plek één lettertje dat bij dieren met een werkend gen (nog) wel aanwezig is.

Een ijzersterk argument voor gemeenschappelijke afstamming, zo lijkt het.

Maar laten we eerst eens wat beter gaan kijken naar het stukje DNA dat we hebben vergeleken. Is dit het hele GULO-gen?10 Genen zijn toch normaal gesproken veel langer? Een gemiddeld menselijk gen bestaat uit 10.000 tot 15.000 baseparen.11En inderdaad: het GULO-gen van ratten is een heel stuk langer. Het menselijke GULO-pseudogen12 telt zelfs bijna 30.000 baseparen. Wat is dan dat kleine stukje van het gen waar de evolutionisten het over hebben?

DNA, genen, exonen en intronen

Om dat uit te leggen zal ik eerst kort iets meer vertellen over de opbouw van genen.13 Genen zijn stukken DNA waarin het bouwplan van eiwitten is opgeslagen. Een gen bestaat uit coderende gedeelten, exonen genaamd en uit niet-coderende gedeelten, intronen genaamd. De exonen coderen direct voor een eiwit; over de functie van intronen is nog weinig bekend.

Schematische weergave van de genoemde sequentievergelijking - Exonen en intronen

Omdat eiwitten het uiteindelijke product zijn van een gen, kijken onderzoekers bij het vergelijken van genen vooral naar de exonen.

De rat heeft eraan gesnuffeld

Japanse onderzoekers hebben in de jaren negentig het GULO-gen van ratten vergeleken met het menselijke GULO-pseudogen.14 Het ratten-GULO bevat 12 exonen. In het menselijk DNA is een gebied gevonden waar zes van deze exonen zijn teruggevonden. De zes andere exonen ontbreken.

Vitamine C en het GULO-gen: bewijs voor evolutie? - Het menselijke GULO-pseudogen vergeleken met het ratten GULO

Het menselijke GULO-pseudogen vergeleken met het ratten GULO. DZ staat voor degeneratieve zone. Dit zijn gebieden waarin zich mogelijk voorheen de missende exonen bevonden. Bron: Tomkins

Het stukje DNA waarover we hierboven schreven, is één van deze zes exonen. Hoe zit het met de andere vijf exonen? Geven die hetzelfde beeld? En waarom is het rattengenoom gebruikt ter vergelijking? Zijn er geen andere dieren denkbaar die meer op mensen lijken?

De keuze van de Japanse wetenschappers ligt voor de hand: destijds was er nog weinig over het genoom van andere dieren bekend. Inmiddels is dat anders. Geneticus Jeffrey Tomkins heeft de menselijke exonen vergeleken met het DNA van dieren met een werkend GULO-gen. Zijn bevindingen zijn opvallend: de exonen in het menselijke gen komen slecht overeen met dat van de rat, en elk afzonderlijk exon komt het meest overeen met een heel ander dier dan de andere exonen.15

Een bonte familie

Zo komt het eerste exon het meest overeen met dat van een halfaapje16 uit oost Afrika. Het tweede exon komt het meest overeen met dat van de lierneusvleermuis17 uit zuidelijk Azie. Het derde exon komt vervolgens weer het meest overeen met dat van een bladneusvleermuis.18 Het vierde exon komt dan weer het meest overeen met dat van de boomspitsmuis19 uit Zuidoost-Azië. Opvallend genoeg lijkt het vijfde exon het meest op dat van de afrikaanse olifant20 en het zesde exon lijkt ten slotte het meest op dat van de witte neushoorn.21 De gelijkenis met het GULO-gen van de rat is in alle gevallen een stuk lager. Al eerder hebben Borger en Truman22 erop gewezen dat de vergelijking met het ratten-GULO niet bruikbaar lijkt. Een vergelijking met een werkend gen dat meer overeenkomst vertoont, lijkt meer voor de hand liggend.

Vitamine C en het GULO-gen: bewijs voor evolutie? - Vergelijking van menselijke GULO exonen met die van dieren met een nog werkend gen. Weergegeven zijn de dieren met een exon dat het meest met het betreffende exon overeenkomt.

Vergelijking van menselijke GULO exonen met die van dieren met een nog werkend gen. Weergegeven zijn de dieren met een exon dat het meest met het betreffende exon overeenkomt met het percentage van overeenkomst, ingedeeld naar hun orde, familie en genus.

Maar welk gen moeten we dan kiezen? Het is op z’n zachtst gezegd frappant dat er per exon een heel andere soort de meeste vergelijking toont. Wanneer evolutionisten met zoveel gemak de vergelijking met het ratten-GULO-gen als bewijs voor gemeenschappelijke afstamming zien, wat zegt deze bonte verzameling van meest gelijkende genen daar dan over? Hoe kan het dat er per bewaard gebleven bouwsteen een totaal andere soort uit een andere orde de meeste gelijkenis vertoont? In ieder geval kunnen we concluderen dat de vergelijking met het ratten-gen mank gaat. We kunnen dus hooguit stellen dat het genoemde menselijke exon 5 een grote gelijkenis vertoont met dat van grote apen, maar spreken over een litteken, of een in grote lijnen identiek defect, kunnen we op basis van deze bevindingen niet, simpelweg omdat we niet weten hoe het gen er in functionerende toestand zal hebben uitgezien. Zonder zicht op dit werkende, ancestrale (voorouderlijke) GULO-gen, kunnen we niet spreken van mutaties, laat staan van met apen “gedeelde veranderingen”.23

Selectief winkelen

Het blijft echter wel frappant dat exon 5, precies in lijn der verwachting van evolutionisten, zo’n mooie gelijkenis toont met de genoemde apen. Hoe zit het met de andere vijf exonen? Geven die hetzelfde beeld? Ook dat heeft Tomkins uitgezocht.24 Wat blijkt? Alle exonen geven een verschillend beeld. Het enige exon dat voldoet aan de verwachting van de evolutionist, is exon 5.

Vitamine C en het GULO-gen: bewijs voor evolutie? - Alleen exon 5 vertoont een overeenkomst met de evolutie-hypothese, alle andere exonen geven een ander beeld. Als exon 5 mag worden gezien als bewijs voor evolutie, hoe moeten we de andere exonen dan zien?

Alleen exon 5 vertoont een overeenkomst met de evolutie-hypothese, alle andere exonen geven een ander beeld. Als exon 5 mag worden gezien als bewijs vóór evolutie, hoe moeten we de andere exonen dan zien?

Stellen dat vergelijking van de menselijke GULO-sequentie de veronderstelde evolutionaire stamboom bevestigt, berust dus op selectief omgaan met de gegevens. Alleen de resultaten van exon 5 worden genoemd, omdat die heel mooi passen bij de evolutionaire hypothese. Het zo selectief omgaan met data wordt ook wel selectief winkelen genoemd. Dat is een drogreden waarbij met name feiten worden genoemd die vóór het standpunt pleiten. Deze drogreden zien we vaak terugkomen bij argumenten vóór gemeenschappelijke afstamming.25

De ontbrekende exonen

Vraag blijft dan nog wel: waarom missen zowel mensen als apen dezelfde zes exonen? Wijst dit niet op gemeenschappelijke afstamming? Wat daaraan voorafgaat is de vraag of de exonen wel degelijk ontbreken. Zoals eerder opgemerkt, ontbreken de exonen ten opzichte van de rat. Veel andere dieren met een werkend GULO-gen hebben het eerste exon van de rat niet. Kan het zijn dat mensen en apen een andere opbouw van het GULO-gen hebben? Of zijn er exonen gedegenereerd? Als dat laatste het geval is, dan zijn er kennelijk goede reparatiemechanismen voor de nog overgebleven exonen actief. Deze gedachte wordt ondersteund door het feit dat er relatief weinig variatie (SNP’s)26 bij mensen onderling is gevonden binnen de exonen. De meeste SNP’s worden binnen de intronen gevonden. Wanneer we ervan uitgaan dat resten van de ontbrekende exonen zich in de degeneratieve zones bevinden, dan zou je verwachten dat ook in deze gebieden de overeenkomst tussen mensen en apen groot is.

Nemen we deze zones mee in de vergelijking, dan blijkt de overeenkomst tussen chimpansee en mens nog veel kleiner, namelijk 84%. Opmerkelijk genoeg is de overeenkomst tussen mens en gorilla groter: 87%. Deze overeenkomst is veel te klein voor de gemeenschappelijke afstamming die evolutionisten veronderstellen.

Evolutionaire oorsprong van GULO is zoek

Ten slotte is het ontstaan van het GULO-gen moeilijk naturalistisch te verklaren.27 Wat ook opvalt, is dat vitamine C bij de ene soort in de lever wordt geproduceerd en bij de andere in de nieren. In het evolutionaire pad van het gen is twee keer onafhankelijk van elkaar de productie verplaatst van de nieren naar de lever. Wat is het evolutionaire voordeel hiervan en welk mechanisme is hiervoor verantwoordelijk? Daarnaast hebben beenvissen geen GULO-gen, terwijl kraakbeenvissen wel een werkend gen hebben. Dat zou betekenen dat bij alle beenvissen het hele gen is verdwenen zonder enig spoor na te laten. Daarnaast zijn er zangvogels met een werkend GULO-gen die dit geërfd zouden hebben van voorouders met een defect gen. Ten slotte is het opmerkelijk dat afzonderlijke exonen van de mens geen duidelijke overeenkomst vertonen met een aanverwante soort met een werkend GULO-gen en dat de meeste overeenkomst gevonden wordt bij soorten die veel verder van de mens af staan.

Vitamine C ondersteunt de weerstand tegen gemeenschappelijke afstamming

Als we bovenstaande samenvatten dan valt een aantal zaken op. Ten eerste blijkt dat het GULO-gen niet zo’n ijzersterk argument voor gemeenschappelijke afstamming is als veel evolutionisten ons willen doen geloven. Dat dit argument nog steeds wordt gezien als één van de belangrijkste biologische argumenten vóór gemeenschappelijke afstamming, berust vooral op selectieve presentatie van de gegevens. De overeenkomsten (en deels ook de afwezigheid daarvan) tussen mensen en apen roepen eerder vragen op dan dat ze gemeenschappelijke afstamming ondersteunen. Daarmee lijkt het GULO-gen veel meer te wijzen op een intelligente Schepper. Hieronder staan de belangrijkste argumenten hiervoor samengevat.

  1. De verschillen tussen mens, chimpansee en gorilla zijn te groot voor gemeenschappelijke afstamming
  2. De exonen geven elk een heel verschillende stamboom, alleen exon 5 komt overeen met de verwachting en er vinden te weinig mutaties (SNPs) binnen de exonen plaats om dit te kunnen verklaren
  3. Er is geen goede naturalistische verklaring voor het ontstaan en de verdere ontwikkeling van het GULO-gen

Zo zien we dus dat ook het GULO-gen geen sterk argument voor gemeenschappelijke afstamming biedt. Veel logischer is het wanneer een intelligente Schepper dezelfde bouwstenen in verschillende soorten heeft hergebruikt. Het feit dat sommige soorten zelf geen vitamine C (meer) kunnen maken heeft mogelijk te maken met het verval waar de schepping aan onderhevig is sinds de zondeval. Het is natuurlijk ook mogelijk dat het GULO-gen bij mensen een nog niet ontdekte functie heeft.28

Voetnoten

  1. Ook wel GLO-gen of gulonolacton-oxidase-gen genoemd.
  2. Op vrijdag 22 september noemde Cees Dekker dit gen als bewijs voor gemeenschappelijke afstamming. In het RD van zaterdag 5 augustus 2017 kiest René Fransen het GLO-gen (de verouderde naam van het GULO-gen) als hèt bewijs dat hij wil toelichten. Ook Gijsbert van den Brink gebruikt dit argument als doorslaggevend in zijn boek En de aarde bracht voort – Christelijk geloof en evolutie (Boekencentrum 2017, pagina 57,58)
  3. Met gemeenschappelijke afstamming wordt hier bedoeld dat mensen en apen een gezamenlijke voorouder hebben. Ook alle andere levensvormen zouden terug te leiden zijn naar één oercel. Dit staat ook wel bekend als macro-evolutie
  4. En andere apen
  5. Aldus Fransen, RD 5-8-2017
  6. Met schepping bedoelen we een recente schepping waarbij diergroepen afzonderlijk van elkaar zijn geschapen door een intelligente ontwerper
  7. Sommigen gaan uit van 165 nucleotiden, zoals Bart Klink en wikipedia.
  8. http://www.deatheist.nl/downloads/GULO.pdf
  9. De getallen zijn iets anders dan die van Bart Klink, maar dat komt omdat hij uitgaat van een lengte van 165 baseparen.
  10. Volgens Bart Klink wel: hij heeft “een overzicht van de 165 letters die het GULO-gen vormen” op zijn website gezet. Ook wikipedia geeft aan dat het GULO-gen “165 nucleotiden lang” is.
  11. http://bionumbers.hms.harvard.edu/bionumber.aspx?id=104316&ver=1
  12. Een pseudogen is een gen dat gelijksoortige DNA-structuren bezit als normaal functionerende genen, maar het kan zijn erfelijke eigenschappen niet (meer) tot expressie brengen en is daardoor niet-functioneel. Bron: Wikipedia
  13. Hier is een informatief filmpje te vinden waarin dit goed wordt uitgelegd (Engelstalig)
  14. Nishikimi, M., R. Fukuyama, S. Minoshima, N. Shimizu, and K. Yagi. 1994. Cloning and chromosomal mapping of the human nonfunctional gene for L-gulono-gamma-lactone oxidase, the enzyme for L-ascorbic acid biosynthesis missing in man. Journal of Biological Chemistry 269, no. 18:13,685–13,688.
  15. Jeffrey P. Tomkins, 2 april 2014: The Human GULO Pseudogene—Evidence for Evolutionary Discontinuity and Genetic Entropy (PDF)
  16. De Otolemur garnettii, zie voor meer informatie Wikipedia.
  17. De Megaderma lyra, voor meer informatie zie Wikipedia.
  18. De Hipposideros pratti, zie Wikipedia
  19. De Tupaia belangeri chinensis, zie Wikipedia
  20. De Loxodonta africana, zie Wikipedia
  21. De Ceratotherium simum, zie Wikipedia
  22. Royal Truman and Peter Borger, 2007: Why the shared mutations in the Hominidae exon X GULO pseudogene are not evidence for common descent
  23. http://www.deatheist.nl/downloads/GULO.pdf
  24. Jeffrey P. Tomkins, 2 april 2014: The Human GULO Pseudogene—Evidence for Evolutionary Discontinuity and Genetic Entropy (PDF)
  25. Daar hebben we ze weer, de welbekende drogredenen. In dit artikel ga ik dieper op verschillende vormen van drogredenen in.
  26. Enkel-nucleotide polymorfie (Engels: single nucleotide polymorphism, afgekort als SNP, uitgesproken als snip) betreft een variatie in het DNA – een polymorfie – van een enkele nucleotide lang. Op één plaats in het genoom kan men dan bij verschillende mensen een ander nucleotide aantreffen. Bron: Wikipedia
  27. Genduplicatie lijkt onmogelijk vanwege de ligging van het GULO-gen: bij de meeste soorten bevindt het gen zich in een gebied waarin zich veel andere actieve genen bevinden.
  28. Steeds vaker blijkt dat DNA dat eerder als ‘junk’ werd gezien, toch een functie heeft. Zie daarover dit artikel van Peter Borger