Vrijen in het onderwijs

by | sep 16, 2022 | Onderwijs, Opinie, Relaties en seksualiteit

Vrijheid van onderwijs II

Vrijen in het onderwijsVoor velen in Nederland was de pacificatie van 1917 het moment om te vieren dat schoolstrijd was beslecht en wel in het voordeel van het bijzonder onderwijs en vrijheid van onderwijs. Het bijzonder onderwijs (met name protestantse en katholieke scholen) werd na jaren van – vooral politieke – strijd op gelijke wijze bekostigd als het openbaar onderwijs. Maar binnen de scholen begon sindsdien een proces waarvan we de uitwassen op dit moment zien. Hierdoor is het bijzonder onderwijs en met name het christelijk onderwijs, in een hele nieuw strijd terechtgekomen. De ontwikkeling liep van gezin naar diverse samenlevingsvormen, van eenheid naar individu, van morele opvoeding naar absolute seksuele vrijheid, van feiten naar gevoel. Hoe gaan we hier als christenen mee om?

Gezin centraal

‘The smallest democracy in the heart of society’

Zo werd het gezin gedefinieerd door de Verenigde Naties: De kleinste democratie in het hart van de samenleving.

Dit was in 1994, het jaar dat door de VN was uitgeroepen als JAAR VAN HET GEZIN. Een mooi streven om het gezin centraal te stellen. Het bleek echter al snel een politiek geladen onderwerp. Veel politieke partijen zagen het gezin niet (meer) als de hoeksteen van de samenleving. Voor steeds meer mensen had en heeft het gezin afgedaan, tenminste het traditionele gezin bestaande uit vader, moeder en kind(eren). Die visie raakte ook het onderwijs in het hart.

De minister – van toen nog CRM Cultuur, Recreatie en Maatschappelijk Werk (waaraan Volksgezondheid was toegevoegd) en tegenwoordig genaamd VWS – gaf aan het ingestelde Nationaal Comité in het kader van het internationale Jaar van het Gezin de opdracht subsidies te verstrekken aan projecten die zich in het bijzonder zouden richten op de in problemen verkerende gezinnen. Het gezin dat tot die jaren door de meeste politieke partijen nog werd gezien en verdedigd als hoeksteen van de samenleving, kreeg echter een totaal andere invulling. Het door de overheid ingestelde Comité gaf overal subsidies aan, behalve aan gezinnen.

De basis voor de subsidie was de definitie door de overheid van het nieuwe gezin, namelijk: Iedere leefwereld waarbinnen kinderen worden opgevoed.

De subsidies gingen dus bijvoorbeeld naar kinderkoren, kinderclubs, kinderopvang, kinderdagverblijven en allerlei andere projecten voor kinderen (zoals ‘Vreemde Gasten’, waarover late meer), maar niet naar gezinnen die daadwerkelijk ondersteuning nodig hadden. Daar lijkt de overheid wel erg ver te gaan in het inhoudelijk beïnvloeden van het onderwijs.

Verzuiling -ontzuiling

De verzuiling zou je kunnen zien als een gevolg van de Verlichting en de Franse Revolutie. De bevolking, van voorheen onderdrukte groepen in de samenleving, ging zich organiseren op levensbeschouwelijke basis. Dit tot ongenoegen van de liberale bourgeoisie die meende dat de Verlichting alleen voor hen was bestemd. Tot op zekere hoogte stonden deze groepen los van elkaar in de samenleving; de sociaaldemocratische, de rooms-katholieke, de protestants-christelijke en de liberale zuil. Zo had iedere zuil eigen instituties als vakbonden, verenigingen, kerken, politieke partijen, kranten, omroeporganisaties, ziekenhuizen en scholen. Deze zuilen waren, volgens Abraham Kuyper, soeverein in hun eigen kring, dat wil zeggen dat de overheid niet zou mogen ingrijpen in de economie, de kerk, het onderwijs en het gezin. Voor de confessionele partijen was de schoolstrijd een belangrijk middel om de weg naar elkaar te vinden; leiders van de verschillende zuilen begonnen samen te werken. Dit werd nog versterkt door de Tweede Wereldoorlog, waarin binnen het verzet tegen de onderdrukker wel moest worden samengewerkt.

In de jaren ’60-70 ontstond een tegengestelde beweging en kreeg de ontzuiling vorm als gevolg van het sterk toenemende individualisme. Men ging informeler met elkaar om en de ontkerkelijking nam een grote vlucht. Ingegeven door het individualisme ging het denken van mensen veranderen. De verzuiling was voorbij en het gelijkheidsdenken drong in alle mogelijke facetten van de samenleving door.

Eind jaren ’80 en begin jaren ’90 vond een kentering plaats in het onderwijs als gevolg van die individualisering en het gelijkheidsdenken. Door de toenemende welvaart werden familiebanden losser de individuele ontplooiing steeds belangrijker. Het gezin, dat de veilige basis vormde van waaruit je de wereld leerde kennen, werd vervangen door instituties die de wereld wilden veranderen. Nieuwe concepten moesten de oude vervangen, zo ook het gezin. Het onderwijs vervult daar een belangrijke taak in; immers, je kunt de samenleving het best veranderen via het onderwijs.

Op dit moment plukken we de vruchten van dit emancipatoire denken, doordat de idee van culturele gelijkheid in alle facetten van de samenleving is doorgedrongen.

Een voorbeeld van dat emancipatoire denken is te vinden in het advies van de Staatscommissie Herijking Ouderschap. Hierbij gaat het in het rapport ‘Kind en ouders in de 21ste eeuw’ – een rapport van 643 pagina’s uitgebracht 7-12-2016 – om wettelijke erkenning van het meerouderschap dat ontstaat na draagmoederschap. Een logisch vervolg zal zijn dat er ook ruimte komt voor een wettelijke basis voor gezinnen met 3 ouders; en misschien nog wel veel meer. Het COC vierde dit als een historische overwinning en wil dat de minister nu doorpakt en komt tot het daadwerkelijk uitvoering geven. Het COC pleit immers al lang voor gelijke rechten voor meeroudergezinnen en is ‘dolgelukkig’ met het advies.

Vreemde gasten

Scholen moeten mee in dit denken en worden op diverse manieren gestimuleerd en steeds vaker gedwongen deze boodschap van emancipatie te verkondigen en als normaal te beschouwen. Een voorbeeld daarvan is het project met het kinderboek ‘Vreemde gasten’. De ondertitel van het boek ‘Vreemde gasten’ luidt ‘tien families en een huis’. Met subsidie van het eerdere genoemde Comité werd een boek voor alle basisscholen samengesteld. Centraal staat het gastenboek van een oud pension, waar in het tuinhuisje gedurende de zomer voortdurend andere ‘gezinnen’ verblijven. Die ‘gezinnen’ bestaan allereerst uit twee mannen. Tussen de regels door wordt duidelijk dat het om een homorelatie gaat. Verder komt er een vluchteling wonen, waarvan de vrouw een relatie met iemand anders is aangegaan. Dan een hoofdstuk dat veel vloeken en grove taal bevat. De vader blijkt met de ene na de andere vriendin het bed te delen, tot ongenoegen van zijn zoon. Deze gooit een emmer water over zijn blote vader en zijn vriendin. Ook is er een hoofdstuk over twee vrouwen die samen een kind hebben. Dat wordt ‘net zo gewoon’ genoemd als een vader en een moeder. Ook de gym juf blijkt een vriendin te hebben die een baby heeft gekregen. De kinderen in de klas vinden het ‘heel apart en buitengewoon normaal’. Het gaat met al die relaties uiteindelijk prima, behalve het gezin met vader, moeder en drie kinderen. In dat gezin is voortdurend ruzie en ellende. Het doel van het Comité was aan alle scholen en betrokkenen duidelijk maken dat al die alternatieve leefvormen meer perspectief, vrijheid en ruimte bieden dan het gewone gezin. Met andere woorden: het gewone gezin lijkt een knellende band te zijn die moet worden losgemaakt.

Vrijheid van onderwijs

Steeds meer ’gezinnen’ bestaan uit combinaties, samengesteld uit ouders of partners, tweede keus partners of stiefouders. Daarnaast is er een groeiend aantal eenoudergezinnen en gezinnen waar twee vaders of twee moeders met kinderen het moderne ‘gezin’ vormen. In het vervolg hierop kan dan nog gesproken worden polyamoureuze relaties en zeker nog tien soorten van seksualiteit en vormen van relaties. Daar moet het onderwijs natuurlijk aan tegemoet komen. Scholen zijn op dit moment verplicht om binnen het kader van burgerschap aandacht te schenken aan al die soorten van relaties. Daarbij wordt er door de overheid van uit gegaan dat dit allemaal normaal is.

Zo was er enkele jaren geleden een voorlichtingsprogramma op school-tv voor kleuters (juli 1998, videoprogramma van de GG&GD. Veel van deze programma’s kwamen en komen van de Rutgerstichting.) Daarin werd aan de kleuters duidelijk gemaakt waar de grenzen liggen op het seksuele vlak. Het antwoord was: als je een ja-gevoel hebt kun je doorgaan, als je een nee-gevoel hebt zeg je STOP. Als kleuters dat al leren, hoe ga je dan om met groep 8 op schoolkamp? Jongens en meisjes liggen op één slaapzaal. Daarbij krijgen ze van tevoren de instructie dat als het niet goed voelt wat er gebeurt, ze STOP moeten zeggen. Verder mogen zij vrij experimenteren bij elkaar in bed.

Of wat te denken van de docent – eerste jaar vo – die (nog wel gekleed) op haar bureau gaat liggen en leerlingen uitdaagt seksstandjes met haar voor te doen.

Het doorgeschoten individualisme zorgde zo in die jaren ’80 en ‘90 in sterke mate voor de afbraak van het traditionele gezin. De overheid was voorloper op het gebied van alternatieve samenlevingsvormen en stimuleerde dat via subsidies en verplichte kerndoelen die via SLO (Stichting Leerplan Ontwikkeling) worden uitgerold in het onderwijs. Kerndoelen gelden als opdracht aan de school en beschrijven waar leerlingen mee in aanraking moeten komen, welke inspanning er van hen wordt verwacht met het oog op kennis en vaardigheden en wat ze uiteindelijk moeten beheersen. Leerlingen krijgen zo bij het vak biologie te maken met seksuele vorming, dat een context biedt voor aspecten van burgerschapsvorming. Hier een kerndoel onderbouw voor het leergebied Mens & maatschappij, verbonden aan Burgerschap:

De leerling leert over overeenkomsten, verschillen en veranderingen in cultuur en levensbeschouwing in Nederland, leert eigen en andermans leefwijze daarmee in verband te brengen, en leert de betekenis voor de samenleving te zien van respect voor elkaars opvattingen en leefwijzen, en leert respectvol om te gaan met seksualiteit en met diversiteit binnen de samenleving, waaronder seksuele diversiteit.

Zo hangt alles met alles samen, volgens de visie van SLO.

Gevoel de maat

Deze morgen is de aula van de christelijke school voor VO (12-16 jarigen) anders ingericht. In het midden staat een grote rode parasol. Eronder een kraampje waar blijkbaar iets wordt weggegeven. Leerlingen die dichterbij komen krijgen van voorlichters een kaart in de hand gedrukt met vragen. Als ze die beantwoorden mogen ze op de foto en krijgen ze die direct afgedrukt en ingevouwen in een soort flyer. De vragen roepen lacherigheid op en blijken bij navraag over seks te gaan:

  • Hoeveel sekspartners heb je gehad?
  • Vrij je wel eens zonder condoom?
  • Val je op jongens of meisjes?

De vragen zorgen voor hilariteit, maar worden wel door verschillende leerlingen op de kaart ingevuld – om uiteindelijk gratis op de foto te komen. Wie in de buurt van de stand komt krijgt ook een dobbelsteen met pictogrammen aangereikt. Daarop staan een knuffelbeer, een webcam, een hart, een hand met een kruis erdoor, een condoom en reclame voor sense

Het Engelse woord ‘sense’ staat voor gevoel of besef. Het is ook te vertalen met zintuig, betekenis of verstand. De betekenis hangt af van het verband waarin het woord gebruikt wordt, zoals dat met meer woorden het geval is. Sense wordt hier in de aula gebruikt in het verband van seksuele voorlichting aan jongeren in het voortgezet onderwijs. De GGD – een overheidsinstelling – blijkt een voorlichting te verzorgen die jongeren moet wijzen op de site van SENSE, www.sense.info. De site is gemaakt in samenwerking met RutgersWPF, de GGD, het RIVM, SOAIDS en ZonMw en geïnitieerd door het Ministerie van VWS. De site noemt zichzelf ‘dé betrouwbare site over seks’. Hier vind je heel veel informatie over seksualiteit, maar ook over verliefdheid, relaties, liefde en alles wat daarbij komt kijken.

Veel informatie is puur technisch van aard, bijvoorbeeld over de soorten voorbehoedsmiddelen en het gebruik ervan. Maar ook wordt er informatie gegeven over SOA’s en wat te doen bij (ongewenste) zwangerschap.

Op de site wordt ook uitgelegd dat Sense gevoel betekent, maar ook verstand. De boodschap die men wil uitdragen is dan ook een dubbele. Je gevoel kan wel met je op de loop gaan, maar je verstand moet je wel op tijd gebruiken. Op zichzelf lijkt dat een goede boodschap, want als alleen het gevoel de maat is, kan dat met je op de loop gaan. Het is dus zaak op tijd je verstand te gebruiken. Maar is dit wat nodig is binnen het christelijk onderwijs?

Op tijd je verstand gebruiken klinkt positief. Maar wie de site van Sense bekijkt krijgt al snel de indruk dat het meer gaat om gevoel dan om verstand. Bovendien ontbreekt ieder kader. Liefde en seksualiteit lijken ontkoppeld te worden en hebben beide geen plaats in een duurzame relatie, laat staan het huwelijk. Het uitgangspunt wordt gekozen in de mens die over zijn eigen leven beschikt, een individualistische libertijnse visie. De leerlingen vanaf 12 jaar krijgen een breed seksueel aanbod voorgeschoteld, waar ze zelf in moeten kiezen. Seks is immers jouw keuze: ‘Ben je al aan seks toe? Of wacht je liever tot je wat ouder bent of tot je de ware hebt gevonden? Wat je ook kiest: het is jouw lichaam en jouw keuze. Seks is iets moois en intiems. Je kunt er veel plezier aan beleven. Zeker als je weet wat je wel en niet wilt. Ken je eigen wensen en grenzen en maak ze duidelijk. En natuurlijk moet die ander jouw keuzes ook respecteren. ‘ Zo luidt de boodschap op de site.

Seks wordt dus gezien als een persoonlijke keuze. Je bepaalt zelf wat je wanneer doet en met wie. De enige grens die getrokken lijkt te worden is die van je gevoel. Je hebt zelf het recht om nee te zeggen als je niet wilt of als het tegen je gevoel ingaat. Daarmee lijkt het gevoel de maat te zijn geworden.

Digitale uitdaging

Seks is vooral om van te genieten. Maar echt genieten kun je pas als je je geen zorgen hoeft te maken over de risico’s die je loopt. De risico’s van onveilige seks zijn dan ongewenste zwangerschappen en soa’s… en niet te vergeten als het tegen je zin gebeurt. De site biedt een breed pakket aan technische informatie en ongekende mogelijkheden om veilig te vrijen. Het doel is immers dat je het veilig doet en wanneer jij eraan toe bent, als je maar geniet. Op heldere wijze wordt het persoonlijk genieten centraal gesteld. Als het veilig en vrijwillig is, is nagenoeg alles geoorloofd. Het gaat niet om de opbouw van een relatie, het gaat niet om de plaats van seksualiteit in een duurzame relatie, niet over trouwen en al helemaal niet over wat de Bijbel erover zegt. Het was toch een christelijk school waar voorlichting in de pauze plaats vond?

Het gaat om het grote genieten en het experimenteren met seks. Het lijkt niet uit te maken met wie je het doet, waar je het doet, hoe vaak je het doet…als het maar veilig en gewenst genieten is.

En natuurlijk, als je vragen hebt kun je terecht bij een veelheid van adressen per telefoon, mail of persoonlijke gesprekken.

De site geeft informatie over liefde en relaties, wat er gebeurt als je verliefd bent en hoe je iemand kunt versieren. Telkens blijkt dat het gaat om het gevoel dat erbij los komt. Als zoenen goed voelt, doe je het goed. Als strelen fijn voelt, gaat het goed en worden jongeren uitgedaagd een ontdekkingsreis te maken naar de gevoelige plekken bij zichzelf en de partner. Klik op de juiste link en je komt terecht bij een digitale jongen en meisje. Het is de bedoeling de persoon, die je wilt gaan ontdekken, uit te kleden en de gevoelige plekken te gaan ontdekken. Regelmatig klinkt de vraag ‘durf je nog verder te gaan…?’ of ‘probeer het maar uit’ en ‘gebruik je fantasie, er is veel mogelijk’.

Aan de ene kant worden jongeren dus uitgedaagd zichzelf en elkaar te ontdekken en mee te nemen in allerlei uitdagende seksuele experimenten, waarbij het genieten, het gevoel dus de maat lijkt te zijn. Maar op de site staan ook filmpjes van diverse jongeren die experimenteren en in verschillende situaties terecht komen. In de filmpjes loopt het volgens de gegevens op de site niet goed en moet er ingegrepen worden. Ieder filmpje vertoont een fix-it knop die ingedrukt kan worden als er iets fout gaat in de gesprekken of handelingen. Navraag bij leerlingen maakt duidelijk dat zij liever de seksfilmpjes afkijken dan op de stop-knop drukken. Nagenoeg geen enkele leerling heeft enige behoefte aan bevoogding. Zij bepalen inderdaad zelf waar de grens ligt en hoe ver ze gaan en natuurlijk waar ze naar kijken. Want dat onze ik-gerichte kijkcultuur een belangrijke basis is in deze voorlichtingscampagne, wordt op deze site wel heel duidelijk. Er wordt nauwelijks iets aan de fantasie overgelaten.

Gevoelscultuur

Werkelijk alles op gebied van seks wordt op deze site behandeld. Van A-Z wordt de wereld van de seks in geuren en kleuren beschreven en getoond. Alle mogelijke vormen van genieten komen langs. De enige maat ligt bij je eigen gevoel. Jij bepaalt namelijk zelf wanneer en met wie je het voor de eerste keer doet. Daarbij moet je ervoor zorgen dat die eerste keer fijn voelt en dat je ‘nee’ zegt als je het nog niet wilt.

Natuurlijk is het goed wanneer jongeren leren om ’nee’ te zeggen in situaties waarin zij niet verder willen. Maar er ontbreekt in deze hele van A-Z campagne één heel belangrijk thema. Over de duurzame relatie van het huwelijk wordt nergens gesproken en het begrip ‘trouw’ komt niet aan de orde. In Seks van A-Z ontbreken de begrippen ‘trouw’ en ‘huwelijk’. Seks lijkt zo een plaats te krijgen in iedere relatie waar het gevoel een rol speelt dat je iets lekkers wilt! Daar wil je geen gedoe bij…

Precies daar ligt het probleem in onze geniet- en gevoelscultuur. Nuchtere Nederlanders gaan wel degelijk voor het gevoel, los van trouw en duurzame relaties. Seks lijkt te zijn geworden tot een product dat los van het huwelijk verkrijgbaar is. Wie over huwelijkstrouw spreekt is vervelend ouderwets.

Ook in christelijk Nederland speelt de gevoelscultuur een grote rol. Niet wat het Woord van God zegt bepaalt de levensrichting en leefstijl van veel christenen, maar het gevoel. Velen interpreteren het Woord van God niet meer als hoogste gezag, maar als ‘voor mij betekent dit…’of ‘het gevoel wat ik erbij heb is…’ Ook de kerkdienst ‘voelde goed’ en de preek was ‘fijn’. Kerkdiensten en christelijke samenkomsten worden steeds vaker tot happenings waar je van alles kunt ‘beleven’. Veel moderne liederen zingen over ‘ik’ die ‘voel’ en ‘wil’ en ‘ervaar’. Boeken van mensen die over hun ervaringen schrijven verkopen beter dan Bijbelstudieboeken. Daarnaast geef je natuurlijk tegenwoordig ook binnen de kerk ruimte aan hen die willen samenwonen zonder te trouwen, ze beleven dat immers als goed. Homoseksualiteit binnen de kerk is tegenwoordig bijna geen probleem meer, immers zij voelen dat God hen zo geschapen heeft…

Misschien is die gevoelscultuur rond seksualiteit wel mede veroorzaakt doordat christenen het Woord van God steeds meer op basis van gevoel interpreteren. De stevige preken ‘doen’ het niet zo goed en de waarheid klinkt niet zo ‘fijn’

Begin

Misschien is het goed weer gewoon bij het begin te beginnen, in het onderwijs en vooral in de kerk:

Genesis 2:24Daarom zal een man zijn vader en zijn moeder verlaten en zijn vrouw aanhangen, en zij zullen tot één vlees zijn.”

Dit Bijbelgedeelte wordt in Bijbel diverse malen aangehaald, of er wordt in verband naar verwezen. Hier gaat het nadrukkelijk om de duurzame relatie tussen één man en één vrouw, het huwelijk. Hier komt tot uitdrukking het principe van God van wat Hij oorspronkelijk heeft bedoeld met de monogame relatie. Binnen het huwelijk krijgt seksualiteit de legitieme plaats…

Maar dat mag je tegenwoordig niet meer zeggen, want dat voelt niet goed!

SLO kerndoelen

De SLO heeft van de regering – bij monde van minister Wiersma op 25-4-2022 – de opdracht gekregen handreikingen op te stellen waarin voor het onderwijs de eindtermen vorm worden gegeven. Zo zijn daar verplichte eindtermen, vaardigheden bij biologie, waarbij de leerlingen bijvoorbeeld gestimuleerd worden evolutionair te denken.

Specifiek voor biologie: aandacht voor seksuele en reproductieve gezondheidszorg en leerlingen uitdagen om na te denken over de identiteitsaspecten die samenhangen met gender, geslacht, seksuele voorkeur, lichamelijke mogelijkheden en beperkingen, etc.

Deze aandacht bij biologie voor seksualiteit vindt vervolgens weerklank in de Startnotitie Burgerschap. Advies 5.5. van de Startnotitie Burgerschap zegt daarover:

Laat leerlingen reflecteren op cultureel bepaalde normen en waarden rond gender en seksualiteit in Nederland en in de wereld. Laat hen nadenken over de mogelijkheid en de wenselijkheid om seksuele en reproductieve gezondheid en rechten in de wereld te effectueren.

Aspecten van Burgerschap die bij het vak Maatschappijleer aan de orde kunnen komen en waar vooral aandacht aan moet worden geschonken zijn:

o digitaal burgerschap en de rol van sociale media;

o de ethische dimensies van maatschappelijke vraagstukken;

o het reflecteren op de eigen emoties, overtuigingen, mogelijkheden en beperkingen en het inleven in de ander.

Scholen moeten het ontwikkelen van attitudes rondom en waardencommunicatie over democratie en diversiteit een duidelijke plek in het vakconcept en de vakdidactiek geven. Daarbij moeten zij onderzoeken hoe normen en waarden rondom gender, seksuele diversiteit een plek kunnen krijgen in de programma’s van deze vakken. Begin 2023 wordt bepaald of het proces van bijstelling van de kerndoelen op koers ligt.

Burgerschap en vrijheid van onderwijs

Op 1 augustus 2021 is de wet ter verduidelijking van de burgerschapsopdracht in werking getreden. Voor scholen in het primair, voortgezet en het speciaal onderwijs heeft dit gevolgen voor het schoolbeleid en het onderwijsaanbod. De aangescherpte wet heeft alles te maken met actuele ontwikkelingen in de samenleving. Onderwijs mag namelijk niet strijdig zijn met de basiswaarden van de democratische rechtsstaat, zo menen de wetgevers. En dat betekent volgens hen dat scholen mee moeten gaan met de veranderingen in de samenleving en daarbij hun eigen visie aan de kant moeten zetten.

Burgerschapsdwang van de overheid is daarmee per definitie verlies aan vrijheid van onderwijs.

vrijheid in het onderwijs

Echter de wet op het Burgerschap moet getoetst worden aan de grondwet en niet aan de ideeën die te pas en te onpas in de samenleving opborrelen. Een christelijke school moet burgerschap basiswaarden zelfs allereerst toetsen aan de Bijbel en niet aan de opvattingen binnen de samenleving om de vrijheid van onderwijs te behouden.

Wie de geschiedenis van (onderwijs)wetgeving leest ziet al snel dat alleen scholen die bijdragen aan de opvoeding van democratische staatsburgers (burgerschapskunde naar de visie van de samenleving) aanspraak kunnen maken op bescherming door de vrijheid van onderwijs.

Wie niet opvoedt tot democratisch staatsburger – en dus niet knuffelt en vrijt naar eigen believen en goeddunken (de scope van dit artikel) – zou dus enige vrijheid van onderwijs behouden, tot de inspectie de school een halt toeroept. Want de wetten en regels worden duidelijk strenger.

Het doel van de burgerschapswet is het bevorderen van actief burgerschap en sociale integratie. Daarnaast kadert de wet de interpretatieruimte voor wat burgerschap is en hoe het als doel van onderwijs kan worden bereikt nader in, en daarmee in zekere zin ook de vrijheid van onderwijs.

Nieuwleusen, 5-9-2022

Meer lezen over vrijheid van onderwijs? 

Weg vrijheid van onderwijs deel 1

Tags: Vrijheid van onderwijs. Vrijheid van onderwijs. Vrijheid van onderwijs.

Abonneer je op onze maandelijkse nieuwsbrief!