Waar gaat euthanasie over?

by | sep 20, 2017 | Ethiek, Medische wetenschappen, Onderwijs

Hippocrates (460-370 v. Chr.) had een leven beschermende visie. Die werd destijds door beginnende medici afgelegd als beroepseed. Tegenwoordig hoeft hij niet meer over de schouder van de arts mee te kijken. Het mensenleven wordt nu van relatieve waarde geacht. Dat was al zo bij Jezus, de Mensenzoon. Zijn leven werd geschat op dertig zilverlingen: de prijs van een slaaf.

Als in de geneeskunde nieuwe termen worden ingevoerd, moet veelal de bel van de medische ethiek gaan rinkelen. Het gebruik van nieuwe woorden heeft vaak alles te maken met het acceptabel maken van zaken die dat niet zijn. Verwarring van betekenissen is een beproefd instrument van de boze.

Hippocrates (460-370 v. Chr.)

Euthanasie in z’n meest elementaire betekenis komen we tegen bij Suetorius (± 100 na Christus). Hij schrijft: “Zo dikwijls Caesar Augustus hoorde dat iemand plotseling en zonder lijden was gestorven, bad hij om euthanatos voor zichzelf en zijn gezin.” Euthanatos is Grieks voor een goede, zachte dood. Die kunnen we wensen zonder de wens van levensbeëindiging in geval van pijn en lijden. Zo was ook de middeleeuwse ars Moriendi
(de kunst van het sterven) gericht op euthanasia: een goede, met God verzoende, dood. Tegenwoordig gaat het om iets radicaal anders. In Nederland is euthanasie het beëindigen van een mensenleven vanaf 12-jarige leeftijd door het toedienen van een dodend preparaat. Ook hulp bij zelfdoding door een arts valt voor de wet onder euthanasie: de patiënt neemt zelf dodelijke middelen in. De patiënt moet voor euthanasie wilsbekwaam zijn of eerder een wilsverklaring hebben opgesteld. Bovendien moet er sprake zijn van uitzichtloos en ondraaglijk lijden. In de laatste levensfase kan goede palliatieve zorg niet meer toereikend zijn om menselijk lijden te verlichten. Dan is niet euthanasie, maar palliatieve sedatie de aangewezen behandeling – het bewustzijn verlagen zodat symptomen niet worden ervaren. Dat vraagt zorgvuldige besluitvorming. Er moet sprake zijn van refractaire – onbehandelbare – symptomen, zoals pijn of benauwdheid. Deze verschijnselen moeten onomkeerbaar zijn.

Als ons leven ten einde loopt, zijn in de laatste fase geen levensverlengende handelingen meer nodig. Ons leven is een geschenk van God met een tijdelijke opdracht. Het biologische leven is niet het hoogste goed. Ook het oude begrip versterven heeft een nieuwe betekenis gekregen. Versterven is een natuurlijk proces: de betreffende persoon sterft niet omdat hij niet eet en drinkt. Nee, hij eet en drinkt niet omdat hij sterft. Hier gaat het uitsluitend om de stervende persoon. Het sterven overkomt hem. Hij is zogezegd het lijdend voorwerp. Tegenwoordig lijkt versterven het omgekeerde te zijn. Namelijk iets dat je zelf doet. Je verhaast dan het stervensproces. Dat is een schoolvoorbeeld van taalvervuiling. Sterven is namelijk iets dat we ondergaan. Het is belangrijk dat we ons niet laten verwarren door schoon klinkende termen. Het is niet aan de mens om zijn levenseinde te bepalen of dat van een ander te bekorten. Dat is geen “euthanasie”, goede dood.

Zie ook hier voor een uitleg van begrippen rond euthanasie.

Dit artikel is met toestemming overgenomen uit Leef Magazine. De volledige bronvermelding luidt: Seldenrijk, R., 2017, Waar gaat euthanasie over?, Leef 33 (5): 18 (PDF).

Abonneer je op onze maandelijkse nieuwsbrief!