Waar ging al het vloedwater heen?

by | mei 18, 2022 | Aardwetenschappen, Geologie, Logos Basics, Zondvloed

De gehele aarde was bedekt met het water van de zondvloed (zie dit artikel). De wereld van voor de zondvloed werd verwoest door hetzelfde water als waaruit het land oorspronkelijk door Gods spreken tevoorschijn was gekomen (Gen. 1:9; 2 Petr. 3:5-6). Maar waar ging al het vloedwater heen?

Waar ging al het vloedwater heen?

Er is een aantal bijbelverzen dat de vloedwateren identificeert met de huidige zeeën (Am. 9:6; Job 38:8-11). Maar als het water er nog steeds is, waarom zijn dan de hoogste bergen niet nog steeds bedekt met water, zoals in de dagen van Noach? Psalm 104 geeft hierop het antwoord. Nadat het water de bergen bedekte (vers 6), vluchtten de mensen voor ‘de stem Uws donders’ (vers 7); de bergen rezen op, de dalen daalden (vers 8) en God stelde een grens (‘heeft een paal gesteld’), zodat de wateren niet wederom de hele aarde zouden bedekken (vers 9).1 Het gaat hier steeds over dezelfde wateren! Jesaja geeft dezelfde verklaring, als hij schrijft over Noachs wateren die nooit meer de aarde zullen bedekken (Jes. 54:9).

Het is duidelijk: de Bijbel vertelt dat God de topografie van de aarde veranderde. Nieuwe continentale landmassa’s met nieuwe bergketens en rotslagen rezen op uit het wereldbedekkende water. De wateren hebben de topografie van voor de zondvloed weggeërodeerd en uitgevlakt. Grote, diepe oceaanbassins werden gevormd om al het vloedwater op te vangen dat van de rijzende continenten af stroomde. Dat is de reden waarom tegenwoordig de oceanen zo diep zijn en waarom er bergketens zijn. Het is zelfs zo dat, wanneer de topografie van de hele oppervlakte van de aarde uitgevlakt zou zijn (niet slechts het landoppervlak, maar ook de rotsstructuren op de oceaanbodem), de oceaan het gehele aardoppervlak zou bedekken

meteen laag van 3 kilometer diep! Het is goed te bedenken dat ongeveer zeventig procent van het aardoppervlak nog altijd bedekt is met water. Daarmee wordt duidelijk dat het water van de zondvloed ook nu nog in de oceanen zit.

Waar ging al het vloedwater heen? Zonder bergen of oceaanbassins zou het water de hele aarde omvatten met een diepte van 2,4 kilometer (niet op schaal)

Een mechanisme?

Het catastrofale plaattektoniekmodel (zie hoofdstuk 11) voorziet in een mechanisme voor het verdiepen van de oceanen en het rijzen van de bergen aan het einde van de zondvloed. Toen de nieuwe oceaanbodem afkoelde, werd die zwaarder en daalde. Hierdoor kon het water van de continenten af stromen. Terwijl dat gebeurde, kwam er extra druk op de oceaanbodem te staan en verminderde de druk op de continenten. De oceaanbodem zonk hierdoor nog dieper en de continenten kwamen verder omhoog.2 Het verdiepen van de oceaanbassins en het rijzen van de continenten resulteerde in meer water dat van het land af stroomde. De bergketens zijn, vooral tegen het einde van de zondvloed, omhooggeduwd door botsingen van de tektonische platen.

Stond de Mount Everest ook onder water?

De Mount Everest is bijna negen kilometer hoog. Hoe kon de zondvloed dan ‘alle hoge bergen die onder de ganse hemel zijn’ bedekken? Zoals we al zagen, kan uit Psalm 104:6-9 worden afgeleid dat de bergen na de zondvloed hoger werden dan daarvoor. De huidige bergen zijn gevormd tegen het einde van en/of na de zondvloed, door het botsen van tektonische platen en de opwaartse krachten die daarmee gepaard gaan. Wat deze theorie ondersteunt, is dat de toplagen van de Mount Everest samengesteld zijn uit – door water afgezette – fossielhoudende lagen3.
fossielen hoogste bergZelfs de hoogste bergen van nu bevatten fossielen van zeedieren, ook op de top.

Als nieuwe continentale landmassa’s vanonder het vloedwater oprezen, betekent dit dat ook de bergen rezen en de dalen daalden, waardoor het water met grote snelheid van het nieuwe, stijgende land afstroomde. Ook het doorbreken van natuurlijke dammen, die het vloedwater vasthielden, zou catastrofale overstromingen hebben bewerkstelligd. Een grote watermassa veroorzaakte met dergelijke stroomsnelheden enorme erosie en vormde zo de basiskenmerken van het huidige aardoppervlak. Het is dan ook niet moeilijk ons een beeld te vormen van snelle vorming van landschapskenmerken, zoals bijvoorbeeld de Grand Canyon in de Verenigde Staten. De huidige vorm van de Uluru (Ayers Rock), een zandstenen monoliet (rotszuil) in Midden-Australië, is het resultaat van erosie, gevolgd door het kantelen en rijzen van voormalig horizontale, door water afgezette zandlagen. Het zand waaruit de Uluru is gevormd en dat rijk is aan gesteentevormende mineralen als aluminiumsilicaat (veldspaat), moet recent en snel zijn afgezet.

Zandtransport over lange afstand zou de korrels afgerond en gesorteerd hebben, terwijl ze hier juist onregelmatig en ongesorteerd zijn. Als ze verzameld zouden zijn in een leeg rivierbed, en gedurende lange tijd in de zon hadden gedroogd (wat de gidsen in het Uluru-park vertellen), zou het veldspaat tot klei verworden zijn. Dat geldt ook als de Uluru gelegen zou hebben in het ooit vochtige gebied van Midden-Australië; ook dan zou het veldspaat verworden zijn tot klei.4

Van een vergelijkbare situatie is sprake bij de nabijgelegen Kata Tjuta (The Olgas). Deze rotsformatie is opgebouwd uit een ongesorteerde mix van grote keien, zand en modder. Dat duidt erop dat het materiaal zeer snel getransporteerd en afgezet is. Terugtrekkend vloedwater erodeerde het land en creëerde op deze wijze riviervalleien. Dat verklaart waarom rivieren vaak zoveel kleiner zijn dan de valleien waar ze tegenwoordig doorheen stromen; zij hebben de valleien niet zelf uitgesneden. De waterstroom die de vallei uitsneed moet veel groter geweest zijn dan de hoeveelheid water die tegenwoordig door de rivieren stroomt. Dit komt overeen met de theorie dat tegen het einde van de zondvloed enorme vloedstromen van de landoppervlakten gleden, om zich vervolgens in de snel dalende, nieuwe oceaanbassins te storten. Ons begrip van hoe de zondvloed kon plaatsvinden is voortdurend in ontwikkeling. Ideeën komen en gaan, maar het feit van de zondvloed blijft als een paal boven water staan. Genesis spreekt hier duidelijk over, en Jezus en Zijn discipelen bevestigen dit getuigenis. Bovendien is er een overvloed aan geologisch bewijs voor een wereldwijde watersnoodramp.
Kata Tjuta Waar ging al het vloedwater heen?Kata Tjuta in Centraal-Australië bestaat uit materiaal dat zeer snel moet zijn afgezet door water.

Waar kwam al het water van de zondvloed vandaan?

Dat lees je in dit artikel (oorspronkelijk deel 1 van bovenstaande artikel)

Hoe bestaat het?

Dit artikel is met toestemming overgenomen uit het boek: Batten, D., & Mediagroep In Genesis. (2009). Hoe bestaat het! 60 vragen over schepping, evolutie en de Bijbel (3de editie). De Banier.

Het betreft hoofdstuk 12, subonderdeel ‘Waar ging het water naartoe?’, pagina 212-215

Dit boek is tevens te koop in onze webshop: https://webshop.logos.nl/winkel/doelgroep/bovenbouw-middelbare-school/hoe-bestaat-het/

Tags: Waar ging al het vloedwater heen? Waar ging al het vloedwater heen? 

Voetnoten

  1. De meest letterlijke vertaling van Psalm 104:8a is: ‘De bergen kwamen omhoog; de valleien zonken’.
  2. Het geologische principe dat hier optreedt heet isostasie, waarbij de platen ‘drijven’ op de mantel. De oceaanbodem bestaat uit gesteente met een grotere dichtheid dan dat van de continenten, dus de oceaanbodem ligt lager in de mantel dan de minder zware continenten met hun bergen.
  3. A. Gansser, Geology of the Himalayas, Wiley Interscience, London, 1964, p. 289.
  4. A.A. Snelling, ‘Uluru and Kata Tjuta: Testimony to the Flood’, in: Creation 20/2 (1998), p. 36-40; www. Creation.com/article/798.