Trouwe volgers van creationistische organisaties (zoals Logos Instituut en Weet Magazine) zijn er al van op de hoogte dat er regelmatig zacht, niet-gefossiliseerd weefsel wordt gevonden in dinosaurusfossielen. Een van de meest recente ontdekkingen komt uit de nagel van een dinoklauw. Volgens de onderzoekers is die 75 miljoen jaar oud. Kan dat wel?
Paleontologen vinden regelmatig zacht weefsel in dinofossielen. Dat is niets nieuws. Microscoopspecialist Mark Armitage voorspelt zelfs dat in ongeveer de helft van alle gevonden dinofossielen sporen van zacht weefsel te vinden zijn. Met dit in het achterhoofd is het niet verwonderlijk dat er onlangs eiwitten zijn gevonden in de klauw van een oviraptor, een op z’n achterpoten lopende dino ter grootte van een emoe. Wat echter wel verwonderlijk is: deze eiwitten zouden 75 miljoen jaar oud zijn!
Toen wetenschappers een fossiel van oviraptorsoort Citipati osmolskae prepareerden, ontdekten ze een dunne laag wit materiaal die uitstak voorbij een van de klauwen. Met behulp van elektronenmicroscopen probeerden ze vast te stellen of hier keratine in zat. Dat is een eiwit dat je ook vindt in je nagels.
Om te zien of er inderdaad nog keratine in de klauw aanwezig was gebruikten de onderzoekers antilichamen. Die binden zich aan keratine, en zo kun je vaststellen of het eiwit nog in het fossiel aanwezig is. In eerste instantie waren de resultaten niet afdoende. Dat kwam doordat er veel calcium in de fossiele klauw zat; dat verstoorde de meting. Dus verwijderden ze het calcium, en toen bleek er inderdaad nog keratine in de klauw te zitten.
Keratine bestaat in twee vormen. Alfa-keratine is zacht en zit binnenin de klauwen van dieren. Bèta-keratine is hard en vormt een beschermende buitenkant. Omdat bèta-keratine hard is kan het dus langer bewaard blijven. Maar 75 miljoen jaar? Zo oud zou het fossiel immers zijn?
Harde wetenschappelijke gegevens over de vervalsnelheid van keratine zijn er niet. Dat maakt het lastig om te zeggen of keratine werkelijk zo lang bewaard kan blijven. Van een ander robuust eiwit, collageen, dat ook veelvuldig in dinofossielen wordt gevonden, is berekend dat de maximale tijd dat het bewaard kan blijven zo’n 30.000 jaar is. DNA, dat ook in die fossielen zit, kan bij ideale condities zelfs minder lang bewaard blijven. En de condities in gesteente zijn verre van ideaal. Water en zuurstof, die door het poreuze gesteente heen dringen, breken biomoleculen als keratine sneller af dan wanneer je zulke biomoleculen bij constante temperatuur in een laboratorium zou bewaren.
Deze ontdekking staat niet op zichzelf. Onlangs meldde Mary Schweitzer, bekend van de ontdekking van zacht weefsel in een T. rex in 2005, dat ze aanwijzingen had gevonden voor keratine en melanine (een pigmentstof) in de veren van een fossiele vogel (Eoconfuciusornis). Deze vogel zou zelfs 130 miljoen jaar oud zijn.
Niemand had verwacht dat biomoleculen als keratine zo lang bewaard konden blijven. Daarom gaat men ervan uit dat er nog onbekende mechanismen zijn die ervoor zorgen dat deze stoffen bewaard worden. Tests hebben hiervoor tot nu toe geen uitsluitsel gegeven. Zouden deze fossielen dan toch niet die hoge leeftijden hebben misschien?
Dit artikel is met toestemming overgenomen van de website van Weet Magazine. Het originele artikel is hier te vinden.