In 2008 verscheen op initiatief van stichting De Oude Wereld de Nederlandstalige Dvd-versie van een Duitse filmdocumentaire uit 1998 van Fritz Poppenberg. Dit is de eerste DVD in een geplande serie van ca. vijf Dvd-uitgaven. Aan deze uitgave werkten o.a. Prof. Dr. Siegfried Scherer (microbioloog, TU München en Dr. Reinard Junker mee, auteurs van het voortreffelijke ‘Evolution: ein kritisches Lehrbuch’).

“Volgens het evolutiemodel van Darwin hebben de hogere organismen zich uit de lagere levensvormen ontwikkeld. Dit wordt macro-evolutie genoemd; naar de bewijzen ervan wordt al 170 jaar naarstig gezocht.”
Volgens het evolutiemodel van Darwin hebben de hogere organismen zich uit de lagere levensvormen ontwikkeld. Dit wordt macro-evolutie genoemd; naar de bewijzen ervan wordt al 170 jaar naarstig gezocht. Het probleem daarbij is, dat de veronderstelde miljoenen jaren experimenteel niet herhaalbaar zijn. In dat opzicht valt de evolutietheorie niet onder de empirische modellen, maar eerder onder de geschiedwetenschappen, binnen de daar geldende principes van bewijsvoering. De conclusie van Scherer is: voor de evolutietheorie van Darwin ontbreken tot op heden de bewijzen.
Bacteriën zijn zeker geen primitieve organismen. Ze zijn experimenteel interessant voor de vragen rond macro-evolutie omdat ze zich in 20 minuten kunnen verdubbelen; zo kunnen in vier dagen 300 generaties ontstaan. Fundamenteel nieuws heeft dit echter na vele jaren experimenteren niet opgeleverd; de complexiteit van de bacterie blijft gelijk. Junker stelt: “Het is verbazingwekkend dat na zo’n enorme onderzoeksinspanning, van zoveel wetenschappers gedurende vele decennia, de oorsprong en ontwikkeling van het leven nog steeds zo raadselachtig zijn”. Van de door selectie gefokte 300 hondensoorten kan geconstateerd worden dat er geen orgaanverbetering is opgetreden; wel zijn reuk en gehoor bij de hond aanzienlijk slechter dan van de wolf. Ook het gebit van de hond is kleiner. Bij de teckel is zelfs sprake van deformatie van de ledematen. Hoe twijfelachtig de Darwiniaanse selectiegedachte is, wordt ook geïllustreerd aan de hand van de suikerbiet. Door selectieve teeltmethoden is men erin geslaagd om het suikergehalte te verhogen van 8% naar 20%. Zonder de menselijke bescherming zou deze suikerbiet niet overleven; hetzelfde geldt voor de gefokte honden.
Geconcludeerd wordt: ‘Niets wordt complexer; er is slechts micro-evolutie: een horizontale evolutie, waarbij alleen verschillen tussen de soorten ontstaan, zoals bij de honden.’ Voor de verticale evolutie naar hogere, steeds gecompliceerdere ontwikkeling is geen enkel experimenteel bewijs. De giraffe wordt door evolutionisten als bewijs aangevoerd, maar het fossiele bewijs ontbreekt. Bovendien moeten poten en hals in hetzelfde tempo zijn gegroeid, samen met de ontwikkeling van het complexe bloeddruksysteem.Er zijn tot nu toe geen mutaties bekend, die complexe structuren hebben ‘geschapen’. De veelgeprezen hogere ontwikkeling is ondanks diepgaand onderzoek niet experimenteel na te bootsen, en ook niet eenduidig uit de natuur af te leiden. Dr. Lönnig (geneticus, Max Planck instituut) gaat in op het aspect van ‘positieve mutaties’: positief voor wie, en met betrekking tot wat? Lönnig concludeert dat een mutant op een of andere manier verlies betekent. Hij heeft experimenteel miljoenen plantmutanten geproduceerd, maar geen bevestiging van de evolutietheorie gevonden. De variabiliteit die we zien, verklaart niet het ontstaan van de genen voor nieuwe soorten, nieuwe families, nieuwe ordes en klassen. Onbeantwoorde vraag vanuit de evolutietheorie is: “Hoe ontstaan nieuwe genfuncties, nieuwe genfamlies en nieuwe gencascades?” Karl von Frisch (Nobelprijswinnaar en bioloog): “Met mutatie en selectie alleen kunnen de ontwikkelingen in de levende natuur absoluut niet verklaard worden!”. Vervolgens worden diverse voorbeelden vanuit de geologie gegeven, o.a. Archaeopteryx (een pure vogel met een eigen vorm, die zeker geen overgangsvorm was) en de Cambrische explosie. Nog raadselachtiger blijft de vraag hoe het eerste leven kon ontstaan. Na de vergeefse zoektocht naar bewijzen voor macro-evolutie dringt een oude vraag zich in volle hevigheid op. Is het wonder van het leven misschien terug te voeren op intelligentie, wijsheid en geest? Het Bijbels ontstaansmodel gaat hiervan uit en kan de afwezigheid van bewijzen voor macro-evolutie goed verklaren. Een boeiende DVD met deskundige wetenschappers aan het woord!
Dit artikel is met toestemming van de auteur overgenomen uit Ellips. De volledige bronvermelding luidt: Bos, H., 2008, ‘Bestaat er bewijs voor macro-evolutie’, Ellips 33 (285): 30.
Deze DVD is ook in onze webshop te koop. Zie: https://logos.nl/webshop/winkel/dvds/dvd-bestaat-er-bewijs-voor-macro-evolutie/