In 2007 publiceerden Royal Truman (scheikundige en informatietheoreticus) en ik (moleculair bioloog) een artikel over het GULO gen. Voor wie dit gen niet kent, het GULO gen katalyseert de laatste stap in de biosynthese van vitamine C. Als je dit gen hebt, en je hebt ook nog een aantal andere genen, dan bezit je als organisme over een genetisch systeem dat vitamine C kan maken. Ja, de meeste organismen kunnen zelf vitamine C aanmaken. Mensen en een aantal primaten, waaronder de chimpansee en de gorilla, kunnen geen vitamine C aanmaken omdat hun GULO gen kapot is. Het is een pseudogen, d.w.z. het is een niet-functioneel gen waarvan we de overblijfselen nog in het DNA aantreffen. Het GULO pseudogen herbergt een aantal mutaties, die volgens de Darwinisten in overeenstemming is met gemeenschappelijke afstamming. In de populaire wetenschap en in de blogsfeer wordt het GULO pseudogen zonder uitzondering aangehaald als bewijs voor universele gemeenschappelijke afstamming. Het GULO pseudogen is een soort Darwinbewijs. Dat lijkt het ook voor René Fransen en Gerdien de Jong te zijn.
Tot ongeveer de eeuwwisseling kon je dat ook nog zo opvatten. Ik geloofde het zelf ooit ook. Het was me zo aangeleerd, het lijkt redelijk en ik had geen reden tot twijfel. Immers, alle data die mij tijdens mijn studie werden getoond waren met Darwin in overeenstemming. Maar toen kwam het nieuwe biologische tijdperk. Met nieuwe technieken en methoden konden we tot diep in de cellen kijken, we konden de genetische informatie letter voor letter analyseren. Dit nieuwe tijdperk met haar ongekende biologische methoden en technieken betekende het einde van Darwin (waarom dat zo is beschreef ik in mijn boek Terug naar de Oorsprong). Het is ook het einde van het GULO pseudogen als Darwinbewijs.
Deze conclusie wordt momenteel zwaar aangevochten door de theïstische evolutionisten op het weblog van René Fransen. Hij weet dat wanneer het GULO pseudogen niet meer als Darwinbewijs kan gelden, een van de sterkste argumenten voor universele gemeenschappelijke afstamming valt.1 Omdat René Fransen zelf te weinig verstand van moleculaire genetica heeft om mijn argumenten te weerleggen zet hij nu Gerdien de Jong in. Gerdien de Jong is expert op het gebied van de populatiegenetica en een fervent voorvechter voor de neodarwinistische interpretatie van de biologie. In 17 pagina’s argumenteert ze waarom Royal Truman en ik het bij het verkeerde eind hebben.2 Tot besluit concludeert ze dat ons artikel de hypothese van een gemeenschappelijke voorouder voor makaak, orang, chimp en mens ondersteunt, alsmede de hypothese van een directe gemeenschappelijke voorouder voor mens en chimp.
Ik ga geen 17 pagina’s schrijven om Gerdiens betoog te weerleggen. In het verleden hebben we meermaals van gedachten gewisseld en ze kent mijn standpunten. Ik zie geen dwingende biologische argumenten in haar betoog waarom ik deze zou moeten veranderen. Ik ga het dus kort houden.
In mijn boek Terug naar de Oorsprong (2009) besteedde ik een klein hoofdstuk aan wetenschapsfilosofie (hoofdstuk 2). Op bladzijde 24 schreef ik: „Het is niet moeilijk om bewijsmateriaal ten gunste van een theorie te vinden. Als men namelijk alleen maar bewijs zoekt dat een bepaalde hypothese ondersteunt, en daarbij alle ontkrachtende observaties ontkent of verwerpt, dan is het mogelijk de meest belachelijke hypotheses te verdedigen. Dit wordt bewijsvoering of verdediging middels verificatie genoemd. Door een propositie alleen te verifiëren is het mogelijk te verdedigen dat de aarde plat is, dat de aarde jong is, oud is, groen is of blauw is. Het doet er niet toe wat je als hypothese neemt, je kunt altijd wel een voorbeeld ter verificatie vinden dat de hypothese “bewijst”! Bewijs dat verkregen werd door verificatie pleit niet echt voor een wetenschappelijke theorie.“
Het is dus niet van belang dat ons artikel de bovengenoemde hypothesen zou ondersteunen (of bewijzen). Waar het om gaat is dat er enorm veel bewijsvoering tegen deze hypothesen bestaat. Waar het om gaat is dat zulke negatieve bewijsvoering veel zwaarder weegt, omdat negatieve bewijsvoeringen hypothesen weerleggen. In mijn boek en in mijn artikelen heb ik deze negatieve bewijsvoering extra belicht, zodat men ook eens een ander geluid hoort. Het publiek krijgt namelijk steeds maar een bepaald deel van alle data te zien, een selectie waarmee de indruk wordt gewekt dat gemeenschappelijke afstamming een feit is. Mijn boek maakte een einde aan die illusie en het verklaarde de biologie op een alternatieve, niet-darwinistische wijze. Zo ook verklaarden Royal Truman en ik het GULO pseudogen op een alternatieve, niet-darwinistische wijze.
Mogen er geen alternatieve verklaringen bestaan voor biologische fenomenen? Is dat wat de wetenschap voorschrijft? Nee, met wetenschap heeft het niks te maken. Wel met de vooringenomenheid van de Darwinist. De Darwinist weet blijkbaar van tevoren hoe het allemaal zit. Maar waarom zouden we dan überhaupt nog onderzoek doen als we van tevoren al weten hoe het zit? Stel dat de nieuwe biologische data Darwins universele gemeenschappelijke afstamming weerlegt, wat dan? Dat kan niet, zegt de Darwinist, want ze weten van tevoren al dat dat niet kan. Is dat een wetenschappelijke attitude? Nee, het is vooringenomenheid, die de drang tot nader en diepgaand onderzoek in de kiem doodt. Deze vooringenomenheid is anti-wetenschappelijk en heeft reeds tot grote vertragingen in de wetenschap geleid.3
De biologie als geheel weerlegt universele gemeenschappelijke afstamming
Royal Truman en ik zagen in 2006, dat universele gemeenschappelijke afstamming absoluut onhoudbaar is. Als je een organisme als een holistisch informatie-systeem beschouwd (en niet als een verzameling mutaties in afzonderlijke selecteerbare genen), dan is gemeenschappelijke afstamming onmogelijk. Dit is eigenlijk heel makkelijk te begrijpen. We hebben namelijk ontdekt dat de genomen van alle soorten gekenmerkt worden door genetische informatie die nergens anders wordt aangetroffen: weesgenen. Mens en chimpanzee verschillen door 1414 eiwit-coderende genen4 en ongeveer net zoveel microRNA-coderende genen5, waarvan 130 families werden bevestigd als unieke menselijke informatie 6 Een vergelijking van het DNA van planten laat 1179 genfamilies zien, die alleen te vinden zijn in angiospermen.7 Wetenschappers ontdekten meer dan 28 duizend genen die uniek zijn voor mieren en niet in andere insecten voorkomen.8 De genomen van de pijlinktvissen worden gekenmerkt door honderden unieke genen.9 Enzovoort, enzovoort.
In alle tot op heden geanalyseerde genomen zijn „weesgenen“ verantwoordelijk voor ongeveer 10-30% van de geïdentificeerde genen. De plotselinge verschijning van nieuwe genetische informatie, de functionele complexiteit en de integratie ervan in het genoom hebben geen plausibele Darwinistische verklaring. Deze unieke informatie zonder ontwikkelingsgeschiedenis sluit een stapsgewijze, selectiegedreven evolutieproces uit. Als we deze 10-30% unieke genen serieus nemen, en dat doen Royal Truman en ik, dan kan er geen sprake zijn van universele gemeenschappelijk afstamming. En dan kunnen mens en chimp geen voorouder delen, want ze worden gekenmerkt door een gapende informatiekloof, die je niet met mutatie-selectie verhaaltjes kunt vullen. Er rest ons niks dan dat we een alternatieve verklaring moeten vinden voor data die wel een indruk van universele gemeenschappelijke afstamming geven. En dat is wat Royal Truman en ik deden voor het GULO pseudogen. Mag dat? Ja, dat mag, want wetenschap is gelukkig nog steeds een vrije onderneming (hoewel het steeds meer een politiek-correct darwinistisch systeem wordt).
Het werkende GULO gen, zoals dat bijvoorbeeld in de rat voorkomt, bestaat uit twaalf exonen. Exonen zijn de coderende sequenties die moeten worden samengevoegd om het GULO eiwit te produceren. In de mens vinden we nog maar zes van deze exonen. Voor de genetische analyses werd alleen Exon X (een van de zes exonen die we in mensen vinden) vergeleken en deze lijkt een afstamminglijn te geven, zoals die wordt verwacht op basis van darwinistische overwegingen. Een diepere genetische analyse van de afzonderlijke exonen waaruit het GULO gen bestaat werd in 2014 gepubliceerd. De afzonderlijke zes exonen van het menselijke GULO pseudogen pleiten heel sterk tegen een evolutionaire afstamming. Ze lijken nog het meest op die van een halfaapje, de lierneus vleermuis, een bladneus vleermuis, een knaagdiertje, de savanneolifant en de witte neushoorn.10 Renè Fransen en Gerdien de Jong beroepen zich dus op verouderde en selectieve informatie.
Dat mensen en mensapen precies dezelfde inactiverende mutatie in het GULO gen hebben zitten kan natuurlijk geen toeval zijn. En dat is het ook niet. Door de grote genoomprojecten van het afgelopen decennium, weten we nu dat een groot deel van de mutaties op hotspots terecht komt—een waarneming die niemand had verwacht.11 In de genomen van mens en rhesusaap werd zelfs waargenomen dat mutaties onafhankelijk op precies dezelfde plaatsen accumuleren en zo een illusie van gemeenschappelijke afstamming wekken.12 De alternatieve verklaring voor het GULO pseudogen, die wij in 2007 voorstelden, lijkt dus juist. Op zijn minst is het een wetenschappelijk alternatief. In het licht van de duizenden weesgenen, die we in mens en dier aantreffen, is het zelfs de beste verklaring. Dat dit niet bij iedereen in de smaak valt was te verwachten.
Voetnoten
- Een ander sterk bewijs was altijd chromosoom 2, dat er uit ziet als een fusie van twee chromosomen, die afzonderlijk voorkomen bij apen. Maar deze bewijsvoering is weerlegd door de nieuwste biologische data, die tonen dat er een functioneel gen precies op de plaats van de hypothetische fusie zit.
- http://www.sterrenstof.info/het-vitamine-c-gen/.
- Denk bijvoorbeeld aan Mendel of aan McClintock, wiens biologische inzichten vele decennia door de darwinsten werden geblokkeerd. Of denk aan het darwinistische „junk DNA“, dat een enorme science stopper is gebleken.
- Ruiz-Orera J, Hernandez-Rodriguez J, Chiva C, et al. Origins of De Novo Genes in Human and Chimpanzee. PLoS Genet. 2015;11(12):e1005721. Published 2015 Dec 31. doi:10.1371/journal.pgen.1005721
- http://mirnablog.com/how-many-unique-mature-human-mirnas-are-there.
- persoonlijke communicatie met Bastian Fromm, Uni Stockholm.
- Science. 2013 Dec 20;342(6165):1241089. doi: 10.1126/science.1241089.
The Amborella genome and the evolution of flowering plants.
Amborella Genome Project. - Genome Res. 2013 Aug;23(8):1235-47. doi: 10.1101/gr.155408.113. Epub 2013 May 1.
Social insect genomes exhibit dramatic evolution in gene composition and regulation while preserving regulatory features linked to sociality.
Simola DF1, Wissler L, Donahue G, Waterhouse RM, Helmkampf M, Roux J, Nygaard S, Glastad KM, Hagen DE, Viljakainen L, Reese JT, Hunt BG, Graur D, Elhaik E, Kriventseva EV, Wen J, Parker BJ, Cash E, Privman E, Childers CP, Muñoz-Torres MC, Boomsma JJ, Bornberg-Bauer E, Currie CR, Elsik CG, Suen G, Goodisman MA, Keller L, Liebig J, Rawls A, Reinberg D, Smith CD, Smith CR, Tsutsui N, Wurm Y, Zdobnov EM, Berger SL, Gadau J. - Nature. 2015 Aug 13;524(7564):220-4. doi: 10.1038/nature14668.
The octopus genome and the evolution of cephalopod neural and morphological novelties.
Albertin CB1, Simakov O2, Mitros T3, Wang ZY4, Pungor JR4, Edsinger-Gonzales E5, Brenner S6, Ragsdale CW7, Rokhsar DS8. - Tomkins JP. The Human GULO Pseudogene—
Evidence for Evolutionary Discontinuity and Genetic Entropy. Answers Research Journal 7 (2014):91–101.
www.answersingenesis.org/contents/379/arj/v7/human_GULO_pseudogene.pdf
. - http://exac.broadinstitute.org.
- Rhesus Macaque Genome Sequencing and Analysis Consortium, Evolutionary and Biomedical Insights from the Rhesus Macaque Genome, Science 316:222–234, 2007.