De Bijbel is er voor alle mensen van alle tijden. Was vroeger het lezen en interpreteren van de Bijbel voorbehouden aan de elitelezers van de Rooms Katholieke kerk in een voor de meeste toehoorders onbegrijpelijke taal (het Latijn), tegenwoordig schijnen alleen afgestudeerde professoren de Bijbel op de enig juiste manier te mogen interpreteren. Helaas wordt ook hierbij een voor de toehoorders onbegrijpelijke – wetenschappelijke – taal gebezigd. Er is niets nieuws onder de zon.
Helaas zijn de geleerden het vaker níet dan wél met elkaar eens. Het probleem met Bijbel specialisten is dat ze zó gespecialiseerd zijn in één (beperkt) vakgebied dat ze geen oog meer hebben voor het grotere geheel. Vaak ontbreekt de aanvulling vanuit andere vakgebieden. Beide zijn nodig. Zoals er ook generalisten zijn en detaillisten. Vanuit mijn generalisteninsteek schreef ik eerder voor Logos Instituut het artikel Progressieve openbaring van Genesis tot Openbaring (24-08-2020).
Ook over de chronologieën in de Bijbel is al heel veel geschreven (zie De geslachtsregisters als getuige van Gods Woord, 6-6-2020). Ik ben van mening dat we het niet moeilijker moeten maken dan nodig is. Voor lezers van alle tijden wekken de chronologieën de indruk dat het om een aaneengesloten periode gaat. Om de doorlopende lijn van Gods volk en de Messias aan te geven.1 Zo zag de Heere Jezus dat ook toen Hij sprak over zaken ‘vanaf het begin’ (zie o.a. Matt.19:4) en om diezelfde reden staan er geslachtsregisters in de Evangeliën. Voor eenvoudige gelovigen van alle tijden is het niet zo moeilijk om dit gewoon te geloven.
Dit geloofs-uitgangspunt is waar we bij Logos Instituut voor staan. Helaas zijn er ‘vanaf het begin’ ook altijd invloeden geweest die proberen vraagtekens te zetten achter Gods Woord (Gen. 3:1). Omwille van de twijfelaars kán dieper onderzoek naar het waarheidsgehalte van de Bijbel, nuttig zijn. Mits dat gebeurt met respect voor Gods Woord en een houding van nederigheid. God heeft immers besloten het aan ‘kinderen’’ te openbaren: ‘In die tijd antwoordde Jezus en zei: Ik dank U, Vader, Heere van de hemel en van de aarde, dat U deze dingen voor wijzen en verstandigen verborgen hebt, en ze aan jonge kinderen hebt geopenbaard’(Matt. 11:25).
In de wetenschap rond de Bijbelse chronologieën is Andrew E. Steinmann2 een alom gerespecteerde autoriteit.
Details
Bij Andrew E. Steinmann gaat het echt om de details.
Terwijl de meeste (Bijbelkritische) wetenschappers geen historische waarde hechten aan de genealogieën, zijn er binnen de Bijbelonderzoekers die hier wel van uitgaan, verschillen in opvatting. Dat kwam goed tot uiting in 2018 toen er in het theologische vakblad Journal of the Evangelical Theological Society een reeks artikelen verscheen3 rond een discussie tussen Jeremy Sexton en Andrew Steinmann. Dat was aardig detaillistisch en ging erover wat er precies staat als er staat dat “toen A x-jaar had geleefd, bracht hij B voort” en of dat al dan niet precies aangeeft wanneer B geboren werd of dat A de veroorzakende actie uitvoerde die het proces op gang bracht dat culmineerde in de geboorte van B. De discussie gaat erover of de werkwoords stam formatie van het Hebreeuwse ילד (gaf geboorte aan…) een tijdelijke oorzakelijke duiding heeft. Sexton:
‘Ik heb aangetoond dat genealogische hiaten geen chronologische hiaten zijn. Zelfs als A niet de directe vader van B is, toen A x-jaar had geleefd geeft de tijdelijke duiding van het Hebreeuws, nog steeds aan hoe oud voorouder A was toen afstammeling B werd geboren. Steinmann moet aantonen dat de tijdelijke duiding van ‘wanneer A had x-jaar geleefd’ niet aangeeft hoe oud A was toen B werd geboren, maar eerder hoe oud A was toen hij de veroorzakende actie uitvoerde die het proces op gang bracht (misschien een millennia lang proces) dat culmineerde in de geboorte van B.’
Uiteraard is bovenstaande slechts een deel van de discussie, maar dan hebt u in ieder geval een beetje een beeld van hoe het tussen die wetenschappers toe gaat. Het spitst zich toe op het gebruik van een vorm van een Hebreeuws woord. Niet geheel onbelangrijk zoals we in het verleden eerder hebben kunnen zien dat de plaats van 1 streepje in het Grieks al een wereld van verschil kan maken.4
Nu staat Sexton niet op zichzelf. Wat betreft de Bijbelse tijdlijnen werkt hij nauw samen met Henry B. Smith in het Genesis-5-11-project5.
Deze hebben ontdekkingen gedaan die in verschillende uiteenlopende theologische Journals hebben gestaan6. Aangezien het niet zo gemakkelijk is om iets gepubliceerd te krijgen in een Journal, moet hier echt wel iets ontdekt zijn!
Het Genesis 5-11 Project
De ontdekkingen van Sexton en Smith betreffen de tijdlijnen van de Bijbel. Ze ontdekten dat er in het verleden – soms zelfs opzettelijk – ‘geknoeid’ (zie verderop) is met manuscripten en grondteksten waar ook nog eens allerlei hedendaagse Bijbelvertalingen op zijn gebaseerd. Dit betreft zowel de Masoretische tekst (MT) als de Samaritaanse Pentateuch (SP), maar ook de Septuagint (LXX). Ze kwamen tot een reconstructie, mede door de nieuwste hoogresolutie technieken toe te passen op oude handschriften en manuscripten. In hun reconstructie kwamen ze tot een gesloten chronologie vanaf de schepping. Hiermee onderbouwen ze ook een jonge aarde. Daar heb je het, het woord is gevallen.
Hier wringt de schoen! Nu gaat bij iedereen de haren recht overeind staan, want dat kán niet volgens de ‘wetenschap’. Ook bij Steinmann. Want Steinmann is een voorstander van een ‘open chronologie’. Een tijdlijn die niet met zekerheid voor 100% sluitend is. En Steinmann is een autoriteit in zijn vakgebied en een detaillist waar je niet zomaar even aan voorbij gaat. Het was dus een kwestie van tijd dat Steinmann zou reageren op de bevindingen van Smith en Sexton; en inderdaad verscheen dit jaar (2021) een nieuw artikel van Steinmann in het Journal of the Evangelical Theological Society (nr.64.1 – maart 2021). Dit keer over de verschillen in de grondteksten van de MT, de SP en de LXX.
In zijn gedetailleerde onderzoek heeft Steinmann een catalogus geproduceerd van 860 verschillen in het boek Genesis en er zijn conclusies aan verbonden rond de chronologieën in Genesis 5 en 11.
Zelf heb ik nog wel een paar bemerkingen op het artikel van Steinmann. Hij wijst er in zijn artikel meerdere keren op dat zowel de SP als de LXX mogelijk gebruik hebben gemaakt van een andere ‘Vorlage’ (o.a. blz. 31, 32 en 35) dan de MT. Hij toont niet aan dat de ene ‘Vorlage’ correcter is dan de andere. (Een Vorlage is een veronderstelde oudere tekst, voorloper, waarop de latere teksten zijn gebaseerd). Zolang een veronderstelde Vorlage niet is gevonden, zal je dat dus ook nooit kunnen aantonen.
Daarnaast gaat Steinmann niet in op het onderzoek van Smith dat er met de diverse grondteksten ‘geknoeid’ zou kunnen zijn. Ook bij de Masoretische Tekst: ‘The MT underwent a deliberate 1250-year chronological reduction by the rabbinic leaders in the second century AD. 47‘.7
Lita Sanders en Robert Carter van Creation.com gaan wel in op Smith’s onderzoek. Dat onderzoek bestond aan de ene kant uit het bestuderen van oude manuscripten, dode zeerollen en handschriften aan de hand van hoog resolutie technieken en aan de andere kant bronnenonderzoek van eerdere aantijgingen rond veranderingen in teksten. Over dit laatste vallen Sanders en Carter omdat hij daarin verkeerd gebruik van bronnen heeft gemaakt of zelfs tertiaire bronnen zou hebben geraadpleegd.8
Steinmann gaat in zijn catalogus uit van de Göttingen versie van de LXX en gaat niet in op de verschillen die er binnen de diverse LXX versies zijn. Hij noemt enkele daarvan slechts zijdelings in een voetnoot. Hoewel Steinmann dus zeer degelijk en minutieus te werk is gegaan, blijken een paar van zijn uitgangspunten, als fundament van zijn bouwwerk, nog wankel.
Maar ook het werk van Smith – hoe veelbelovend ook – heeft nog een betere basis nodig.
Het laatste woord hierover is nog niet gesproken en ik heb nog geen weerwoord van Smith of Sexton gezien. Zelf denk ik dat zij op het goede spoor zitten. Misschien valt op een enkel onderzoek van hun project nog wel wat af te dingen maar wanneer je hun onderzoeken bij elkaar genomen beschouwt, vormen ze een sterk pleidooi voor een aaneengesloten chronologische tijdlijn die een jonge aarde onderbouwt.
Voetnoten
- Zie ook https://logos.nl/de-geslachtsregisters-als-getuige-van-gods-woord/
- Steinmann schreef o.a. het laatste Genesis commentaar van Tyndale maar ook commentaren op Daniël, Spreuken en Esther en Nehemia.
- Journal of the Evangelical Theological Society, nr. 61 – maart 2018.
– Evangelicalism’s search for chronological gaps in Genesis 5 and 11: A historical, hermeneutical, and linguistic critique – door Jeremy Sexton
– Andrew E. Steinmann’s search for chronological gaps in Genesis 5 and 11: A rejoinder – door Jeremy Sexton
– A reply to Jeremy Sexton regarding the genealogies in Genesis – Andrew E. Steinmann - Staat er in 1 Tim. 3:16 ‘God geopenbaard in het vlees’ zoals de HSV correct schrijft of Hij of Die, zoals veel andere vertalingen hebben?
- https://biblearchaeology.org/abr-projects/genesis-5-11-project. In dit verband met name het artikel Smith Jr., Henry B., “MT, SP, or LXX? Deciphering a Textual and Chronological Conundrum in Genesis 5,” Bible and Spade, no. 1 (Winter 2018): 18-27.
- Naast het al genoemde Journal of the Evangelical Theological Society ook het Detroit Baptist Seminary Journal, het Westminster Theological Journal, het Journal of Creation en het Answers Research Journal.
- https://biblearchaeology.org/abr-projects/genesis-5-11-project. In dit verband met name het artikel Smith Jr., Henry B., “MT, SP, or LXX? Deciphering a Textual and Chronological Conundrum in Genesis 5,” Bible and Spade, no. 1 (Winter 2018): 18-27.
- zie: https://creation.com/smith-response (ook daar is inmiddels alweer op gereageerd).